Nieuwkoop

Nieuwkoop is een goed bewaard geheim. Een puur stukje Holland waar het verleden nog overal zichtbaar is. Een plek waar je even helemaal tot rust kunt komen. Een verborgen parel met schitterende natuur en een uniek plassengebied.

Historie

Kaart circa 1647 (Rijksmuseum)

De gemeente Nieuwkoop bestaat uit verschillende kernen. Hier is uiteraard geen sprake van een vestingstad, maar in deze ‘inundatiegemeente’ heeft de Oude Hollandse Waterlinie toch sporen en verhalen nagelaten. Er zijn weliswaar nauwelijks fysieke verdedigingswerken (meer) te vinden die ons aan de ruim driehonderd jaar oude linie doen denken, maar eeuwenoude riviertjes en waterwerken als sluizen, kades en dijken e.d. zijn minstens zo belangrijke overblijfselen. In Nieuwkoop staan de geschiedenis en de verhalen centraal: het immaterieel en archeologisch erfgoed. De Rampjaarroute (fietsen – wandelen – varen) loopt door de gemeente Nieuwkoop; een mooie manier om eens kennis te maken met het gebied.

Kom eens kijken naar deze prachtige gemeente gelegen binnen het Groene Hart.

De eerste schriftelijke vermelding van de plaatsnaam Nieuwkoop dateert uit 1282. Volgens een legende werd Nieuwkoop in het begin van de twaalfde eeuw gesticht door een groep zigeuners, die vanwege een gebroken wagenwiel niet verder konden reizen en besloten zich op deze plaats te vestigen; het gebroken rad komt terug in het gemeentewapen. In werkelijkheid is het dorp Nieuwkoop ontstaan als een gemeenschap van veenontginners, die een moerasachtige woestenij hebben omgevormd tot weilanden en akkers.

De eerste generaties inwoners van Nieuwkoop leefden vooral van de landbouw en veeteelt. Vanaf de zestiende eeuw werd het turfsteken echter de belangrijkste bron van inkomsten. Doordat veengronden massaal werden afgegraven ontstonden er grote en diepe plassen; de Nieuwkoopse Plassen.

In de zeventiende eeuw werd de waterhuishouding in het gebied sterk verbeterd door de bouw van molens en sluizen. Aan het einde van de achttiende eeuw werd, vanwege grote wateroverlast, besloten tot de droogmaking van een gedeelte van de plassen. De resterende plassen vormen inmiddels een belangrijk recreatiegebied waar het goed vertoeven is.

Inundaties in het Rampjaar

In juni en juli van het jaar 1672 werd inderhaast een gebied van Muiden tot Heusden onder water gezet om de oprukkende vijandelijke legers tot staan te brengen. De polders ten zuiden van het riviertje de Meije werden zo snel mogelijk onder water gezet. Een laag water van zo’n 50 cm was te ondiep om met een boot te kunnen bevaren en te hoog om met wapentuig te doorwaden. Alleen via de dijken kon men zich nog verplaatsen. Daar waar rivieren of dijken elkaar kruisten werd een bemande post of een kleine schans opgeworpen. Zo lag er een versterking bij Woerdense Verlaat (bij sluis en brug) en eveneens aan de rivier de Kromme Mijdrecht, aan het eind van een hooggelegen pad vanuit Mijdrecht. Deze post kreeg de naam ‘de Groene Jonker’. Ook was er een post te vinden nabij Zwammerdam, daar waar het riviertje de Meije de Ziendervaart instroomt.

De Kromme Mijdrecht

Post aan het Woerdense Verlaat

Op 21 juni 1672 werd het Woerdense Verlaat (verlaat betekent sluis) helemaal open gezet, waardoor het water uit de Grecht vrij in de Oude Hollandse Waterlinie kon lopen. De post werd bezet door twee compagnies infanterie. Op de rivier de Kromme Mijdrecht ten noorden van het Woerdense Verlaat patrouilleerden bovendien vijf uitleggers (schepen), versterkt met zestien man en bewapend met donderbussen en snaphanen (vuurwapens). In september 1672 rukten de Fransen met 300 man via Kamerik op tot Woerdense Verlaat. De kapitein van het Staatse leger haalde de brug op, waardoor de Fransen niet verder konden. Het Staatse leger joeg vervolgens het de Fransen op tot de Putkop bij Harmelen. Hier vond een klein gevecht plaats. Het Staatse leger trok zich uiteindelijk met ‘een goede buit op de vijand’ terug. Van november 1672 tot in het voorjaar van 1673 werd de post bij het Woerdense Verlaat verbeterd. Toen de Fransen in december 1672 de bevroren

Voorbeeld van een uitlegger met snaphanen

linie overstaken gingen zij via Zegveld en konden zij deze post ontwijken. In de loop der eeuwen verschoof de gehele Hollandse Waterlinie steeds meer oostwaarts, en de oorspronkelijke post bij het Woerdense Verlaat is al snel na het Rampjaar geslecht. In 1798 werd opnieuw een werk aangelegd aan de Grecht.

Post bij de Groene Jonker

De post bij de Groene Jonker had als doel de opmars van vijandige troepen over een voormalige verbindingsweg van Mijdrecht naar Zevenhoven te beletten. Deze verbindingsweg (acces) is op historische kaarten bekend als ‘het Pad’ of ‘het Pad naar Mijdrecht’ en liep dwars door het onder water gelopen gebied. De locatie van de post bij de Groene Jonker was strategisch gekozen: daar waar het pad de Kromme Mijdrecht kruiste. Eind september 1672 werd de post bezet door één compagnie infanterie. Een uitlegger was gestationeerd bij het ‘Pannenhuys bij de Groene Jonker in de Cromme-Mijdrecht’. Net als de post bij Woerdense Verlaat werd de post bij de Groene Jonker in de winter versterkt. Het werd desalniettemin geen permanente versterking, want al kort na het Rampjaar is de post weer verlaten. De locatie is nog wel herkenbaar in het landschap; hier maakt de Kade een bocht om een perceel waarop de post eens was opgeworpen. Vlakbij werd eind 18e eeuw een molengang aangelegd. Deze molengang werd ‘Jonker’ of ‘Groene Jonker’ genoemd en bestond uit een ondermolen en een bovenmolen. Van de voormalige molengang is alleen nog de stomp van de bovenmolen aanwezig (tegenwoordig Hogedijk 26 in Zevenhoven). De Groene Jonker is nu een prachtig waterrijk natuurgebied met een grote plas, rietkragen en natte graslanden. Een paradijs voor veel weide- en moerasvogels. En ook voor de wandelaar is het hier heerlijk: de bijzondere vogels zijn van heel dichtbij te zien.

Wreedheden van de Fransen te Bodegraven en Zwammerdam , 1672, naar Romeyn de Hooghe (Rijksmuseum)

Schermutselingen langs de Meije

De tocht van hertog Luxembourg over de bevroren waterlinie is al vaak beschreven, vroeger en recent. De tocht sprak tot de verbeelding vanwege de gruwelijke moordpartijen door de Fransen en door het feit dat de dorpen Bodegraven en Zwammerdam in brand werden gestoken. Een groot aantal boerderijen aan de lage zijde onder Aarlanderveen en de Aarlanderveense Zuideindermolen (op de plek van de huidige dikke molen) vielen ten prooi aan de vlammen. Door een serie uitgegeven prenten van de hand van Romeyn de Hooghe, waarop de gruwelijkheden zijn te zien, wordt die herinnering levend gehouden.

Op 27 december 1672 wisten de Fransen vanuit bezet Woerden een doorbraak te forceren. Over het bevroren inundatiewater trok een leger van 8.000 man in de richting van de Meijekade. Maar het vroor niet echt door en het ijs bleek onbetrouwbaar. Verscheidene soldaten zakten door het ijs en verdronken. Toen Luxembourg eindelijk de Meijekade bereikte werd hij onder vuur genomen door een uitlegger. Een grote groep gewapende boeren uit de omtrek wist te voorkomen dat de Franse voorhoede het platteland rondom Nieuwkoop plunderde. De Fransen bereikten uiteindelijk Zwammerdam maar konden door de invallende dooi – en de sterke post Langs de Gouwesluis – niet verder optrekken richting Leiden en Den Haag. Via Bodegraven en Nieuwerbrug trokken zij plunderend en moordend terug naar Woerden. De Republiek was ternauwernood gered.

Post Altelaat

In december 1672 moesten de Fransen dus terugtrekken, maar in de eerste maanden van 1673 hield men rekening met hernieuwde aanvallen van de Franse legers. Daarom werd op een strategisch punt aan de Ziende een schans aangelegd op een perceel land met een oppervlakte van 75 vierkante roeden (ongeveer 1064 vierkante meter). In de protocollen van overdracht van het ambacht Aarlanderveen wordt het perceeltje land voor de eerste keer vermeld in 1726. Het is dan eigendom van de polder en wordt verkocht aan Dominicus Post, de Zwammerdamse ‘medisch doctor’. Het stukje land is dan aangeduid als ‘de Schans’. Deze vermelding ‘de Schans’ vindt voor het laatst plaats in 1768. Vier keer wordt in de protocollen de naam van de schans genoemd: ‘Altelaat’. De naam verwijst naar het gegeven dat de schans eenvoudigweg te laat werd aangelegd om dienst te kunnen doen in december 1672. De schans is daarna ook niet meer nodig geweest en de herinnering aan de exacte locatie van de schans vervaagde.

Door het archiefonderzoek van streekarchivaris Arjan van ’t Riet is de locatie nu weer bekend. Het is nog enigszins herkenbaar als een hooggelegen weiland begrensd door brede sloten. De schans heeft gelegen op de hoek van de Ziende, op het grondgebied van Aarlanderveen. De oudste kadasterkaart laat bovendien nog de bijzondere vorm van het perceeltje zien. In 2015 is een informatiepaneel over de gebeurtenissen geplaatst en een steiger aangelegd.

Nieuwkoop bezoeken?

Bezoek de expositie in De Zevensprong en kom meer te weten over Nieuwkoop en de Oude Hollandse Waterlinie.

Kijk voor meer informatie op:

Voor meer informatie over het gebied, neem een kijkje op: www.groenehart.nl

Volg ons op sociale media

Contact

Oude Hollandse Waterlinie

De spannendste waterlinie van Nederland was ooit de meest succesvolle linie van Nederland. Nu vormt de Oude Hollandse Waterlinie een prachtig en uniek cultureel watererfgoed met vestingsteden, molens en gemalen, bruggen, sluizen en waterkeringen. De moeite waard om te bezoeken, beleven en beheren.


© 2022 Stichting Oude Hollandse Waterlinie. Alle rechten voorbehouden. | Contact