Vestingstedenroute Leerdam-Heukelum-Asperen

Leerdam lag in de Middeleeuwen op een belangrijke en strategische plaats in het machtsgebied van de heren van Arkel, tussen Holland en Gelre in. Het stadje had in de 15e en 16e eeuw veel te lijden van de Arkelse en Gelderse oorlogen.

De Oude Hollandse Waterlinieroute

De Oude Hollandse Waterlinie ontstond in de Gouden Eeuw (1600-1700) en moest het regeringscentrum (Den Haag) en het economische centrum (Amsterdam) in het gewest Holland beschermen. Een laag water van bij circa 30 bij 50 centimeter zou het land voor een leger onbegaanbaar en voor schepen onbevaarbaar maken. Deze linie liep van Noord-Brabant tot aan de Zuiderzee bij Muiden. Bij de doorgangen – zoals dijken en wegen – lagen vestingsteden en kleinere verdedigingsposten. Deze vestingsteden werden eind 17e eeuw extra versterkt met grachten en wallen.

Toen op 12 juni 1672 het Franse leger met 120.000 man de Republiek binnenviel, werd een enorm gebied tussen Biesbosch en Zuiderzee onder water gezet. Deze waterlinie werd een succes, maar het onder water zetten veroorzaakte ook heel veel schade en ellende, vooral voor de boeren.

Leerdam lag in de Middeleeuwen op een belangrijke en strategische plaats in het machtsgebied van de heren van Arkel, tussen Holland en Gelre in. Het stadje had in de 15e en 16e eeuw veel te lijden van de Arkelse en de Gelderse oorlogen.

Vrijstad Leerdam

Zuidwal met woningen

In de 16e eeuw werd Leerdam, samen met Buren een soevereine bezitting van de Prins van Oranje. Dat is tot op de dag van nu zo gebleven: koning Willem Alexander voert nog steeds de adellijke titel ‘Graaf van Leerdam’!

Leerdam kreeg zo een bijzondere positie. De inwoners betaalden geen belasting aan de Staten van Holland en zonder vergunning van de prins mocht er geen krijgsvolk worden gelegerd. Bovendien was de stad evenals Vianen en Culemborg een vrijstad waar misdadigers onder bepaalde voorwaarden een tijdelijke toevlucht konden zoeken.

Van de middeleeuwse vestingwerken van Leerdam is niet veel bewaard gebleven, afgezien van de hoekige grondvorm van de stad en straatnamen als Westwal, Noordwal en Oostwal. De belangrijkste restanten vinden we aan de Zuidwal, waar de oude stadsmuur aan de rivier de Linge grenst. De andere muren van de stad zijn in de 19e eeuw gesloopt. In 1738 zijn drie torenwoninkjes gebouwd, ook wel muizentorentjes genoemd.

De stad speelde later geen bijzonder grote rol in de verdediging van Holland. Toch werd de

stad met de nabijgelegen Diefdijk in de 18e eeuw opgenomen in de plannen van de Oude Hollandse Waterlinie. De fortificaties langs de Diefdijk herinneren ons daaraan.

Heukelum, Merkestein en Asperen

Aan de overzijde van de Linge herinneren vestingstadjes als Heukelum en Asperen en kasteel De Merckenburg ons aan de strijd die hier in het Rampjaar 1672 werd geleverd. Heukelum werd al in de 13e eeuw van stadsmuren voorzien; deze zijn onlangs voor een deel gerestaureerd. In het Rampjaar 1672 hebben hebben de troepen van de Republiek het gehele land van Heukelum en Asperen onder water gezet door het doorsteken van de dijken. Daarmee werd verhinderd dat Franse garnizoenen zich konden aansluiten bij andere legeronderdelen. Het 13e-eeuwse kasteel De Merckenburg was één van de negen stamburchten van de familie Van Arkel die haar gebied tussen Holland en Gelre voortdurend moest verdedigen. In het Rampjaar 1672 viel de Merckenburg in handen van de troepen van Lodewijk XIV, die de inmiddels verouderde vesting in brand staken en plunderden. Alleen de middeleeuwse poorttoren overleefde die verwoesting. Later werd het kasteel in oude glorie herbouwd.

Ook Asperen had – als vrije heerlijkheid van het Huis Arkel – zwaar te lijden van grensoorlogen tussen Holland en Gelre. Binnen de muren van de stad lag kasteel Waddenstein, waar onder andere de Heren van Arkel woonden. In 1672 werd het door de Fransen opgeblazen. In 1893 werd op deze plek een romantisch herenhuis gebouwd, dat nu dienst doet als stadhuis.

Wandeling, 10 km

Wilt u de wandelroute maken? Hier een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.
  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de wandelroute aflegt.
Kaart en beschrijving Vestingstedenroute Leerdam-Heukelum-Asperen

Langeafstandswandeling waterliniepad

De Oude Hollandse Waterlinie leent zich uitstekend voor prachtige wandelingen, aan cultuur en natuur geen gebrek. Het langeafstands waterliniepad is een prachtige route van 220 kilometer, die via vestingsteden dwars door de mysterieuze linie heen loopt. Uiteraard is hij in etappes te lopen. Wordt dit uw volgende wandeluitdaging?

Wandeltocht, lengte 220 km

Wilt u de wandelroute maken? Hier een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.
  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de wandelroute aflegt.

Fietsroute Rampjaar Woerden – Zwammerdam

In december 1672 probeerden de Franse generaal Luxembourg vanuit de bezette vestingstad Woerden een doorbraak door de bevroren Waterlinie te forceren, door via Zegeveld langs de Meije richting Alphen te trekken. Maar door invallende dooi mislukte dit; op de terugweg staken de Fransten Zwammerdam en Bodegraven in brand. De Rampjaarroute volgt het spoor van de Franse troepen.

Rampjaarroute Woerden – Zwammerdam

De Oude Hollandse Waterlinie ontstond in de Gouden Eeuw (1600-1700). Een laag water van bij circa 40 bij 50 cm zou het land voor soldaten onbegaanbaar en voor schepen onbevaarbaar maken. Deze linie liep van Noord-Brabant tot aan de voormalige Zuiderzee bij Muiden. Op de doorgangen – zoals dijken en wegen – lagen vestingsteden en kleinere posten.
In december 1672 probeerden de Franse generaal Luxembourg vanuit de bezette vestingstad Woerden een doorbraak door de bevroren Waterlinie te forceren, door via Zegeveld langs de Meije richting Alphen te trekken. Maar door invallende dooi mislukte dit; op de terugweg staken de Fransten Zwammerdam en Bodegraven in brand. De Rampjaarroute volgt het spoor van de Franse troepen.

De Oude Hollandse Waterlinie


De Oude Hollandse Waterlinie ontstond in de Gouden Eeuw (1600-1700) en moest het regeringscentrum (Den Haag) en het economische centrum (Amsterdam) in het gewest Holland beschermen. Een laag water van bij ca 30 bij 50 cm zou het land voor een leger onbegaanbaar en voor schepen onbevaarbaar maken. Deze linie liep van Noord-Brabant tot aan de Zuiderzee bij Muiden. Bij de doorgangen – zoals dijken en wegen – lagen vestingsteden en kleinere verdedigingsposten. Deze vestingsteden werden eind 17e eeuw extra versterkt met grachten en wallen. Toen op 12 juni 1672 het Franse leger met 120.000 man de Republiek binnenviel, werd een enorm gebied tussen Biesbosch en Zuiderzee onder water gezet. Deze waterlinie werd een succes, maar het onder water zetten veroorzaakte ook heel veel schade en ellende, vooral voor de boeren.

De Franse doorbraak in december 1672

Pas op 27 december 1672 wist generaal Luxembourg vanuit de door hen veroverde vestingstad Woerden een doorbraak te forceren. Daarbij kwam ‘koning Winter’ hem te hulp. Over het bevroren inundatiewater in de Meijepolder liep een leger van 8.000 man in de richting van de Meijekade. Maar
tijdens de overtocht zette de dooi in en werd het ijs snel onbetrouwbaar. Verscheidene soldaten zakten door het ijs en een twaalftal verdronk; sommigen konden nog bij hun haren uit het ijzige water worden getrokken. Ook vonden er schermutselingen plaats met boeren uit Nieuwkoop.

De Fransen konden niet verder naar Alphen optrekken, omdat zich daar het leger van de Prins had verzameld. De gefrustreerde Franse soldaten waren hierdoor genoodzaakt om via de oevers van de Oude Rijn terug te keren naar Woerden en trokken al plunderend en brandstichtend door Zwammerdam en Bodegraven. Daarbij werden ook wreedheden tegen de burgerbevolking begaan, vakkundig in beeld gebracht door tekenaar Romeijn de Hooghe. In de Wreedheid der Fransen werd beschreven hoe vrouwen aan hun haren werden opgehangen en met messen werden bewerkt. In de oorlogspropaganda werden deze Franse excessen zwaar aangezet.
Maar de Franse doorbraak was mislukt. De mislukte veldtocht van Luxembourg was het keerpunt in de Hollandse oorlog en de Republiek was gered!

Fietsroute, lengte: 45km

Wilt u de fietsroute maken? Hier een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.
  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de fietsroute aflegt.
De Rampjaarroute verbindt de slagvelden in Woerden met Zegveld/Meije, Nieuwkoop, Zwammerdam en Bodegraven/Nieuwerbrug.

Fietsroute

  1. Vertrekpunt is station Woerden; via station Alphen aan den Rijn of Bodegraven is de route te bekorten. De fietsroute loopt via Kamerik en Kanis, de wandelroute via de Grecht.
  2. Villa Rijnoord. In deze statige 19e-eeuwse villa woonde de familie Bredius die het landgoed Bredius stichtte. Vanaf het landgoed heeft men een prachtig uitzicht over de oostelijke vestinggracht van Woerden.
  3. Slag aan de Kruipin. In oktober 1672 speelde zich in en om het huidige landgoed Bredius de Slag om Woerden af. Medio 1672 was Woerden in Franse handen gevallen, In oktober 1672 trachtte de commandant van de Staatse troepen,  graaf Nassau Zuylestein – een oom van prins Willem III – Woerden weer in handen te krijgen. Maar zijn aanval mislukte en Woerden bleef in Franse handen. Meer dan  2.000 Franse en 800 Staatse soldaten kwamen om, waaronder ook Nassau Zuylestein. In de 18e eeuw werd op deze strategische plek Fort Kruipin aangelegd, dat de noordoever van de Rijn moest verdedigen.
  4. Kamerik met zijn lintbebouwing was in 1672 volledig geïnundeerd. Op weg naar Kamerik passeert men het fraai gerestaureerde Gemaal Kamerik Teijlingens uit 1871.
  5. Kanis. Kerkdorp dat onder Kamerik valt. De naam komt van de hier in 1875 gevestigde herberg In de Gekeerde Kanis, wat de omgekeerde vismand betekent.
  6. Post aan het Woerdense Verlaat. Deze schans moest het Woerdense Verlaat (sluis) beschermen, een strategisch punt in de waterlinie., Op 21 juni 1672 werd de sluis open gezet waardoor het water uit de Grecht vrij het inundatiegebied kon inlopen. De defensie was goed georganiseerd: op de Kromme Mijdrecht ten noorden van Woerdense Verlaat patrouilleerden vijf uitleggers, bewapend met donderbussen en snaphanen. Regelmatig vonden in dit gebied schermutselingen plaats met de Franse troepen.
  7. Uitkijktoren Lusthof De Haeck. Lusthof de Haeck werd ooit aangelegd als privé jacht- en visgebied van huisarts dr. W.H. Teupken. Dit oude gecultiveerde natuurgebiedje is in de tijd veranderd in een afwisselend wandelbos, met duizenden waterlelies. Vanaf de uitkijktoren heeft men een prachtig uitzicht over de rietlanden rond de Nieuwkoopse plassen.
  8. Meijekade. De Meijekade steekt een stuk boven het maaiveld uit. De kade diende als keerkade om bij inundatie het water in de Meije op peil te houden.  Het lage veenland van Zegveld stond onder water en er was voor de Franse troepen geen doorkomen aan.
  9. Buitenplaats De Blauwe Meije. Op deze plek bereikte generaal Luxembourg in december 1672 de Meijekade. Daar werd hij onder vuur genomen door een uitlegger die bij de iets oostelijker gelegen Kooi was geposteerd. Ook werd hij aangevallen door Nieuwkoopse boeren. Bovendien ging het sneeuwen en werd het ijs snel onbetrouwbaar.                                                                                                          
  10. Eetcafe De Halve Maan, Meije. Meije is een dorpje van 400 inwoners op de grens van  drie gemeenten – Bodegraven-Reeuwijk, Woerden en Nieuwkoop – en twee provincies, Zuid-Holland en Utrecht. Via de Meijekade trokken de Franse soldaten richting Zwammerdam en Bodegraven op weg naar Woerden.
  11. Post Altelaat. Deze schans ligt op een strategische plek: in de binnenbocht van de Ziendervaart waar deze in de Meije vloeit. Hij  is nog herkenbaar als een hooggelegen weiland met ronde vormen.   De naam Al te laat doet vermoeden dat de schans geen militaire rol van betekenis heeft gespeeld.
  12. Zwammerdam. Dit kleine dorpje aan de Rijn kreeg het op 28 december 1672 zwaar te verduren. Veel huizen werden verwoest en verbrand en bewoners vermoord. Dat men snel weer is gestart met het opbouwen van het dorp, is te zien aan de jaartallen op sommige gevels; sommige dateren uit het laatste kwart van de 17e eeuw, bijv. het Baljuwhuis. Al snel na het Rampjaar werd de Ned.Herv. Kerk weer herbouwd.  Het verschil in steenformaat verraadt de overgang tussen de oude en nieuwe delen van de kerkmuren. Binnen is in de oude muur van het koor nog een gotisch raampje overgebleven. Als herinnering aan de ramp staat er in een koorraam geschreven: 1672 – 1972 door de inwoners herdacht.           
  13. Bodegraven. Ook Bodegraven werd geplunderd en op diverse punten in brand gestoken.
    Tijdens de restauratie van de Dorpskerk bleek dat een pilaar zo was aangetast door het vuur, dat hij te broos was voor reparatie. Een fragment hiervan ligt als aandenken in het koor. Onder in de toren is in 1972 een koperen gedenkplaat aangebracht.
  14. Fort Wierickerschans. Om herhaling te voorkomen liet prins Willem III in 1673 een Groot fort aen den cleynen Wierick bouwen. De wallen, de drie uitvalspoorten en de manschapsverblijven stammen nog uit dat jaar.
  15. Nieuwerbrug. Het Quartier aan de Nieuwerbrugge verdedigde met twee schansen de beide Rijndijken. Hier bevond zich het hoofdkwartier van Prins Willem III. In december 1672 werden de schansen in Nieuwerbrug in de rug aangevallen door de Franse troepen, die vanaf Zwammerdam en Bodegraven richting Woerden trokken.  Bevelvoerend kolonel Pain et Vin wist dat bij van het leger was afgesneden en omdat de open achterkant van de schans slecht te verdedigen was besloot hij het fort te ontruimen. Hiervoor zou hij later de doodstraf krijgen.
    In 1673 liet de Prins hier een nieuwe schans bouwen. Deze lag pal aan de Rijn, waardoor de weg daar omheen liep. Het overgebleven bruggenhoofd laat zien waar de Wierickebrug toen lag. De sluisdeuren die de Oude Rijn verbinden met de Dubbele Wiericke zitten nog op dezelfde plek, maar zullen in de loop der tijd wel vernieuwd zijn.
  16. Hof te Waarder. Dit is een commanderij, een klooster van de Johannieter Orde, gesticht in de 13e eeuw.  In het Rampjaar lag het Hof te Waarder aan de frontlinie, tussen het Franse en het Staatse leger. Toen op 22 november 1672 Franse troepen vanuit Woerden de commanderij bereikten, staken ze die in brand. Hiermee verdwenen de laatste restanten van het Middeleeuwse hof. De boerderij die op de oude fundamenten zou zijn gebouwd, is nog op een romantische prent te bewonderen. Nu staan er binnen de grachten een nieuwe boerderij en een woonhuis. De voormalige grachten zijn nog herkenbaar en liepen oorspronkelijk tot voorbij de spoorlijn.

De Michiel de Ruyter Vaarroute

Tijdens het Rampjaar 1672 was het Hollands-Utrechtse veenweidegebied grotendeels veranderd in een soort binnenmeer, met versterkte vestingsteden en schansen langs de rivierdijken. Vanuit hun versterkte posities bestookten de Staatse en Franse troepen elkaar, waarbij de Republiek uitleggers inzette. Dit waren kleine binnenvaartscheepjes, bewapend met donderbussen (kanonnen) en snaphanen (vuurwapens). Naast kogels werd er ook schroot weggeschoten waarmee dood en verderf onder de vijand werd gezaaid. De Hollanders waren hierbij dankzij hun gebiedskennis in het voordeel en voerden bliksemacties uit tegen de Fransen.

Hun effectiviteit werd nog verhoogd toen admiraal Michiel de Ruyter in het najaar een groot aantal matrozen uit de vloot afstond om de uitleggers te bemannen. Volgens Rampjaar-kenner Luc Panhuijsen had Holland een vloot in de vaart van ruim zestig uitleggers. De Vechtstreek had in militairstrategisch opzicht een bijzonder grote betekenis doordat de Waterlinie daar dwars doorheen liep. Uiteindelijk kwamen de Fransen op hun weg naar Amsterdam niet verder dan Breukelen, dat juist vóór de Waterlinie lag. Het dorp werd daardoor een legerplaats.

Vaarroute, 53 km

Wilt u de vaarroute maken? Hier een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.
  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de vaarroute aflegt.
  1. Al in 1494 werd deze locatie vermeld als ‘eene sluyse mitt eenen verlate’; het was de schutsluis van Woerden, vandaar Woerdense Verlaat. Het Woerdense Verlaat was een strategisch knooppunt in de Oude Hollandse Waterlinie, omdat hiermee een groot gebied tussen Meije, Grecht en Oude Rijn onder water gezet kon worden. Daarom werd het goed verdedigd met een schans en bewapende schepen, en vonden hier regelmatig schermutselingen plaats tussen de troepen van de Republiek en Frankrijk. Dit is het start- en eindpunt van de noordelijke vaarroute van het Rampjaar 1672. Er ligt een aanlegsteiger voor sloepen en er kan gebruik worden gemaakt van enkele hooiberghutten voor overnachting (vanaf medio 2020 in gebruik!).
  2. Ter verdediging van de Republiek tegen de opmars van het Franse leger werd in 1672 een groot deel van de polders onder water gezet. Tussen Gorinchem en Muiden lagen zo’n vijf inundatiekommen. De vierde kom lag ten noorden van Woerdense Verlaat en bestond uit de polders tussen de watergangen Meije en de Grecht, de polders tussen de Kromme Mijdrecht en de Amstel en vandaar in oostelijke richting een aantal polders bij de rivier de Vecht. Het onder water gezette gebied eindigde bij de hoge gronden bij Naarden.
  3. Een grensgebied met eeuwenlange strijd In de strijd tegen de Fransen werden uitleggers gebruikt: bewapende scheepjes. In het grensgebied tussen het graafschap Holland en het bisdom Utrecht werd eeuwenlang strijd geleverd tussen de graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht. Dit verklaart het grillige verloop van deze grens. In juni 1672 werd Utrecht door de Fransen veroverd. Daarna vielen ze De Ronde Venen binnen om door te stoten naar het gewest Holland. Daarom hadden de Hollanders een groot deel van dit gebied onder water gezet. Dat was niet zo moeilijk, want het gebied van de Ronde Venen wordt vrijwel geheel omgeven door een ring van kleine veenriviertjes. In het Rampjaar 1672 en ook in 1673 waren daar de uitleggers actief, kleine bewapende binnenvaartscheepjes.
  4. In 1672 werd het land rond het dorp Wilnis onder water gezet. Dat bleek niet afdoende toen de Fransen optrokken naar het nabijgelegen Waverveen. Pas in voorjaar van 1673 verminderde het gevaar toen de Hollanders Nieuwersluis wisten in te nemen. De Ter Aase Zuwe en de Wilnisse Zuwe – aan de oost- en zuidkant van Wilnis – waren onderdeel van de nieuwe defensielijn. Zuwen zijn kades die werden gebruikt als looppaden in het moerassige polderland.
  5. Vanwege deze nieuwe defensielijn werden in Demmerik en Wilnis verdedigingsposten ingesteld. Vandaag de dag herinnert café De Schans in Demmerik aan de strijd in de beginjaren van de waterlinie. Van de schans zelf is niets meer terug te vinden. Men passeert ook het Bellopad dat een vroegere spoorlijn met vier oude stationnetjes volgt en een zeer gevarieerd landschap doorsnijdt: een 6 meter onder NAP gelegen droogmakerij, veenafgravingen, de oudste en misschien wel mooiste polder van Nederland, langs de Vinkeveense plassen en het schilderachtige rivierengebied rond de Angstel bij Baambrugge.
  6. De Vinkeveense Plassen zijn verbonden met de rivier de Amstel. Ze zijn vanaf de Gouden Eeuw ontstaan door de winning van turf ten behoeve van Amsterdam. De huidige langwerpige eilanden zijn legakkers, ze waren vroeger in gebruik als droogvelden voor de nog natte turf. Nadat het veen was weggebaggerd bleven er veenplassen achter, gevormd door de trekgaten die door afslag van de oevers steeds groter werden. Veel later werd ook de onderliggende zandlaag hier en daar weggebaggerd. Dit zand werd gebruikt bij de aanleg van de A2 en Amsterdam-Zuidoost. Hierdoor bereiken de plassen een voor Nederland ongekende diepte van 50 meter.
  7. Slot Loenersloot is een kasteel en voormalige ridderhofstad in Loenersloot, gelegen aan de westelijke oever van de Angstel. Het kasteel wordt in 1258 voor het eerst genoemd. Het bestond toen waarschijnlijk slechts uit een verdedigingstoren (donjon). In de 19e eeuw werd deze woontoren geheel ommetseld en van kantelen voorzien. De vleugels van het kasteel dateren uit de 14de en 15de eeuw. In de 18e eeuw werden de bestaande gebouwen samengevoegd tot een buitenplaats. In 2012/2013 zijn het kasteel en het kasteelpark ingrijpend gerestaureerd en gedeeltelijk voor publiek opengesteld.
  8. Baambrugge is gelegen aan het riviertje de Angstel, hemelsbreed gelegen tussen de Vinkeveense Plassen in het westen en het Amsterdam-Rijnkanaal in het oosten. Baambrugge had in 2019 1.420 inwoners. Even ten noorden van het dorp, richting Abcoude staat de voormalige poldermolen Hoog- en Groenland uit circa 1680.
  9. Het Slot Abcoude is een voormalig kasteel bij Abcoude in de provincie Utrecht. Het kasteel werd het eerst vermeld tijdens de verwoesting door Gijsbrecht van Amstel in 1274. Het werd later herbouwd maar nu zijn nog slecht enkele de fundamenten zichtbaar in het landschap met daar omheen de herstelde slotgracht. In 1672 speelde het een belangrijke rol. Veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau voerde toen het bevel van Muiden tot en met Abcoude. Op 19 juli 1672 bezette hij Slot Abcoude, dat toen diende als legerplaats waar troepen gestationeerd konden worden. De veldmaarschalk moest de Fransen beletten op schepen de Vecht af te zakken. De doortocht door de Angstel werd versperd door uitleggers. Zo bewaakte hij de weg naar Amsterdam. Gevolg was dat de Fransen een paar keer Abcoude aanvielen en in brand staken.
  10. Het Fort bij Abcoude is het oudste landfort van de Stelling van Amsterdam. Je vindt hier het hoofdgebouw met kruitmagazijn, waterkelder en slaapvertrekken. De buitenmuren zijn wel 1,8 meter dik! Het fort is gebouwd tussen 1884 en 1887. De gebouwen zijn gemaakt van bakstenen en brikkenbeton, als een van de laatste in zijn soort. Al kort na de Eerste Wereldoorlog deed het fort geen dienst meer. Door de uitvinding van de brisantgranaat was het niet langer bomveilig. In 2006 is het fort overgedragen aan Natuurmonumenten. Het fort is gerestaureerd en wordt herontwikkeld.
  11. Fransen trekken plunderend door brandend Abcoude. November van het Rampjaar 1672: gefrustreerd door de inundaties besloten de hongerige Franse troepen te gaan plunderen in de omgeving. Ze trokken brandstichtend door de dorpen van het Groene Hart en kwamen ook in Abcoude dat in brand werd geschoten.  Doordat de inundaties niet goed waren uitgevoerd konden zij snel oprukken naar Hinderdam waar ze werden tegengehouden door de troepen van de Republiek. De Fransen trokken zich toen terug, maar op 11 februari vielen ze Abcoude nog een keer binnen. Na een mislukte poging om het Abcouder Slot te veroveren en te plunderen, staken ze opnieuw huizen in brand.
  12. De Batterij aan het Gein is een aarden verdedigingswerk aan het eind van de Liniewal Geindijk-Nigtevecht in Abcoude. Het bestaat uit batterijen aan weerszijden van de Gein en maakt onderdeel uit van de Stelling van Amsterdam. Tussen 1800 en 1810 werden weerszijden van de Gein, bij de Oostzijdse Molen, twee gesloten aardwerken aangelegd. Deze kanonnen dekten Fort bij Abcoude en reikten tot aan Fort aan de Winkel.
  13. De Voetangelbrug is een ophaalbrug over de Waver in de gemeente Ouder-Amstel en ligt bij de driesprong van de riviertjes de Holendrecht, Bullewijk en Waver. De brug is gelegen aan de zuidzijde van de Holendrecht en verbindt de Ronde Hoep Oost met de Voetangelweg richting Abcoude. De brug op deze plaats wordt al in de 16e eeuw vermeld. De naam ‘Voetangel’ verwijst naar een voormalige herberg aan de driesprong, die de vorm had van een voetangel, tegenwoordig beter bekend als kraaienpoot. Sinds 1626 had het de functie van Tolgaardershuis voor trekschuit en paard en wagen op weg naar Amsterdam of Utrecht. Omdat iedereen hier belemmerd werd en moest stoppen om tol te betalen was het ook een ‘voetangel op de reis’. In 1672 werd hier een verdedigingspost ingesteld, die later deel ging uitmaken van de Stelling van Amsterdam. Tegenwoordig staat op de plaats van de herberg een restaurant met de naam De Voetangel.
  14. Het Fort in de Botshol is een fort van de Stelling van Amsterdam. Het fort ligt in de Noorderpolder van Waver-Botshol, ten zuiden van de Waver. Het is het enige fort van de Stelling, waarvan het verdedigbare aardwerk uit 1895 behouden is gebleven. De slappe veengrond maakte het noodzakelijk de bodem met grote hoeveelheden zand te verstevigen. Het zandlichaam werd omgevormd tot verdedigbaar aardwerk met geschutsopstellingen.
    Een heftig wapenfeit uit de tijd van de Waterlinie speelde zich af in november 1672. In een novembernacht kwamen de Franse troepen verhaal halen, toen de inwoners van Waverveen ondanks bevel geen hooi hadden geleverd. De strijd ontbrandde bij de voormalige Bijleveldse brug, waar een uitlegger, ‘de Amstelse Galije’, de wacht hield. De bemanning van het wachtschip dolf het onderspit en vervolgens ging ook het voornaamste deel van het dorp in vlammen op. Eeuwen later komen soms nog uiteenlopende stenen kogels tevoorschijn.
  15. Het Fort Waver-Amstel (ook bekend als Fort de Nes of Fort Nessersluis) ligt bij Nessersluis in de polder Groot-Mijdrecht waar de Oude Waver en de Amstel samenkomen. Het ligt een paar kilometer ten noordoosten van Uithoorn en is onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Het fort werd tussen 1886 en 1911 gebouwd en had als taak het acces aan de Veldweg en de inundatiesluis ten oosten van het fort af te sluiten en te verdedigen.
  16. Het Fort bij Uithoorn maakt deel uit van de Stelling van Amsterdam. Rond Amsterdam werden vanaf 1880 45 forten aangelegd. In de volksmond wordt af en toe gesproken over Fort Amstelhoek. Het fort ligt in het dorp Amstelhoek in de gemeente De Ronde Venen, en is te zien vanaf de N196. Om het vestingwerk ligt een gracht. Fort Amstelhoek bestond eerst uit aarden wallen, en in 1887 werd besloten een vestingwerk aan te leggen. Dit werd tussen 1909 en 1911 uitgebreid met bomvrije gebouwen en in 1917 kwam er een luchtafweerafdeling. De bezetting bestond toen uit 321 mannen.
  17. Het Fort aan de Drecht ligt in de Uithoornsche polder in de gemeente Uithoorn. Het fort maakt deel uit van de Stelling van Amsterdam. Het kwam gereed in 1911 en maakt onderdeel uit van de Vuurlinie tussen Fort bij Kudelstaart en Fort bij Uithoorn. Fort aan de Drecht ligt voor de liniedijk. Zo kon men bestaande bebouwing buiten de vuurlijn van de forten houden en inundatiewerken verdedigen, zoals de damsluis in de Drecht. De houten genieloods, gebouwd in 1888 of 1889, is nog aanwezig. De fortwachterswoning is gesloopt en op de plaats staat een modernere woning.
  18. De post aan de Groene Jonker had als doel de opmars te beletten van vijandige troepen over de voormalige verbindingsweg van Mijdrecht naar Zevenhoven. Deze verbindingsweg (acces) is op historische kaarten bekend als ‘het Pad naar Mijdrecht’ en liep dwars door het onder water gelopen gebied. De locatie van de post bij de Groene Jonker was strategisch gekozen: daar waar het pad de Kromme Mijdrecht kruiste.Eind september 1672 werd de post bezet door één compagnie infanterie. Op de Kromme Mijdrecht patrouilleerden bovendien vijf vrachtschuiten (uitleggers) die door de stad Amsterdam waren gestuurd. Ze waren elk bewapend met drie donderbussen en dertien snaphanen (vuurwapens) en bemand door zestien man. Een van de vrachtschuiten was gestationeerd bij het ‘Pannenhuys bij de Groene Jonker in de Cromme-Mijdrecht’.Ter hoogte van de post bij de Groene Jonker werd eind 18e eeuw een molengang aangelegd. Deze molengang werd ‘Jonker’ of ‘Groene Jonker’ genoemd en bestond uit een ondermolen en een bovenmolen. Van de voormalige molengang is alleen nog de stomp van de bovenmolen aanwezig, tegenwoordig Hogedijk 26 in Zevenhoven.
  19. De Westveense Molen is een poldermolen uit 1676 in Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop. De molen is gebouwd voor de bemaling van de polder Westveen. Tot 1976 bemaalde deze molen zelfstandig het 145 ha. grote waterschap. Tot 1 januari 1989 stond de molen op Utrechts grondgebied. Door gemeentelijke herindelingen staat hij sinds die tijd in Zuid-Holland. De Westveense Molen is eigendom van de stichting Het Utrechts Landschap en is sinds 2010 weer te bezichtigen.
  20. De Post aan het Woerdense Verlaat had als doel de opmars van vijandige troepen over de huidige Lange Meentweg richting Holland te beletten. Op 21 juni 1672 werd het Woerdense Verlaat helemaal open gezet, waardoor het water uit de Grecht vrij in de Oude Hollandse Waterlinie kon lopen. In september 1672 rukten de Fransen met 300 man via Kamerik op tot Woerdense Verlaat. De kapitein van het Staatse leger haalde de brug bij het Woerdense Verlaat op, waardoor de Fransen niet verder konden. Het Staatse leger joeg vervolgens het de Fransen op tot de Putkop bij Harmelen. Hier vond een klein gevecht plaats. Het Staatse leger trok zich uiteindelijk met ‘een goede buit op de vijand’ terug op Woerdense Verlaat. Daarna werd de post aan het Woerdense Verlaat bezet door twee compagnies infanterie. Op de rivier de Kromme Mijdrecht ten noorden van de post patrouilleerden bovendien vijf bewapende uitleggers.

Klik hier voor  de vaarroute  in PDF.

De Luxembourg vaarroute

Een half jaar lang vormde de waterlinie een onneembare barrière tussen het Staatse leger en de Franse troepen. Dat veranderde toen Koning Winter zijn entree deed en de Waterlinie in een ijsvlakte veranderde. De Franse generaal, de Hertog van Luxembourg, trachtte hiervan gebruik te maken. Op 27 december 1672 wist hij vanuit de door de Fransen veroverde vestingstad Woerden een doorbraak te forceren. Over het bevroren inundatiewater trok een leger van 8.000 man in de richting van de Meijekade. Maar tijdens de overtocht zette de dooi in en het ijs bleek onbetrouwbaar. Het leger van Luxembourg kon niet verder optrekken naar Alphen aan den Rijn, omdat zich daar het Staatse leger had verzameld. De Franse soldaten waren genoodzaakt om via de Meijekade terug te keren naar Woerden. Daarbij trokken zij plunderend en moordend door de dorpen Zwammerdam en Bodegraven.

Vaarroute, 39 km

De audiovaartroute is via Izi.Travel online en offline te raadplegen. Wandelt u liever zonder uw telefoon, dan kunt u  de PDF-versie hier downloaden

Wilt u de vaarroute maken? Hier een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.

  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de vaarroute aflegt.

  1. Woerden nam een centrale plek in de Waterlinie in, door zijn ligging aan de Oude Rijn en als schakel tussen de noordelijke en zuidelijke inundatiekommen. In Woerden was ook het Grootwaterschap Woerden gevestigd. In juni 1672 werd de stad door de Fransen ingenomen. Na dat Rampjaar werd Woerden versterkt. Om de oude stadswal werd in de 18e eeuw een tweede, modernere vestingwal aangelegd: het retranchement, een extra wal voor de verdediging van de stad. Ten noordoosten van Woerden werden twee verdedigingsposten ingericht: Fort De Kruipin en Fort Oranje. De 18e eeuwse buitengracht is nog in tact en er zijn nog twee bastions aanwezig. De vorm van de verdedigingsgracht is recent geaccentueerd en verfraaid door het Singelplan, een ambitieus project voor verfraaiing van de buitenste verdedigingsgracht. Aan de Waterlinie herinneren nog Bastion het Holle Bolwerck aan de Hoge Wal, het Exercitieveld, het Defensieeiland (een voormalig Ravelijn) en 18e -eeuwse gebouwen als Arsenaal en Kazerne.
  2. De Scheepsjongens van Woerden verhuren sloepen in allerlei maten voor vaartochten door het Groene Hart en de Oude Hollandse Waterlinie. Een ideaal startpunt voor alle vaartochten. De Scheepsjongens zijn gevestigd aan de Singel in Woerden (www.descheepsjongens.nl ) .
  3. ‘s-Gravesloot (ook wel, maar historisch onjuist, ‘s-Gravensloot gespeld) is een polder in de gemeente Woerden. De polder werd in de 12e eeuw ontgonnen, vanuit de richting van de Oude Rijn. Het waterbeheer valt onder het waterschap De Stichtse Rijnlanden. De ‘s-Gravesloot vormt de noordelijke begrenzing van de bebouwing van Woerden. Een trekpontje over de Grecht verbindt de ’s-Gravesloot met de weg naar Zegveld.
  4. De Grecht, in de volksmond Greft genoemd, is een wetering tussen de Oude Rijn bij Woerden tot de Kromme Mijdrecht. De lengte is 8,5 km. De Grecht werd aan het einde van de 14e eeuw gegraven en diende voor de ontwatering van het omringende polderland, maar werd ook voor de scheepvaart gebruikt. Voor de boeren, waarvan het land door de nieuwe watergang werd doorsneden, betekende dat veel overlast. Door golfslag moesten zij de oevers van hun landerijen verstevigen en omdat zij geen bruggen over de Grecht mochten bouwen, werd het bewerken van hun landen die westelijk van het water liggen moeilijker.
  5. Na lang protest mocht in 1494 een ‘nieuwe Grecht’ worden gegraven. De boeren moesten dit op eigen kosten doen. Gekozen werd voor een tracé aan de uiterste westrand van Kamerik-Mijzijde. Hier liep een veenstroompje, de Oude Meije. Voor de aanleg van de nieuwe Grecht werd hoofdzakelijk de loop van die Oude Meije gevolgd tussen de Lignekade en de Houtkade. Dit geeft de wetering hier het karakter van een rivier. De kleine hooiboezemlanden die tussen de nieuwe Grecht en de overgebleven stukken van de Oude Meije lagen, bleven als eilandjes deel uitmaken van Kamerik. Omdat zij, anders dan de buitendijkse landen, niet te lijden hadden van inklinking bleven zij op het oorspronkelijke 15e-eeuwse peil. Deze Kamerikse Nessen hebben inmiddels de status van natuurgebied.
  6. Al in 1494 werd deze locatie vermeld als ‘eene sluyse mitt eenen verlate’; het was de schutsluis van Woerden, vandaar het Woerdense Verlaat. Ten oosten van de sluis was een verdedigingspost ingericht. Deze Post aan het Woerdense Verlaat had als doel de opmars van vijandige troepen over de huidige Lange Meentweg richting Holland te beletten. Op 21 juni 1672 werd het Woerdense Verlaat helemaal open gezet, waardoor het water uit de Grecht vrij in de Oude Hollandse Waterlinie kon lopen. In september 1672 rukten de Fransen met 300 man via Kamerik op tot Woerdense Verlaat. De kapitein van het Staatse leger haalde de brug bij het Woerdense Verlaat op, waardoor de Fransen niet verder konden. Het Staatse leger joeg vervolgens de Fransen op tot de Putkop bij Harmelen, waar een schermutseling plaatsvond. Het Staatse leger trok zich uiteindelijk met ‘een goede buit op de vijand’ terug in Woerden. Daarna werd de post aan het Woerdense Verlaat bezet door twee compagnies infanterie. Op de rivier de Kromme Mijdrecht ten noorden van de post patrouilleerden bovendien vijf bewapende uitleggers.
  7. In 1933 begon de uit Den Haag afkomstige arts dr. W.H. Teupken met de aanleg van een privé jacht- en visgebied. Dit groeide uit tot Lusthof De Haeck.  Het oude gecultiveerde natuurgebiedje is in de tijd veranderd in een afwisselend wandelbos. Het smalle, bochtige pad voert de bezoekers  langs bomen, kleurrijke mossen, paddenstoelen en over bruggetjes. Weinig wandelroutes in Zuid-Holland en Nederland zijn zó gevarieerd als die door De Haeck!
  8. Aanlegplaats Oude Meije. De Meijekade steekt een stuk boven het maaiveld uit. De kade diende in de Oude Hollandse Waterlinie  als keerkade om bij inundatie het water op peil te houden. Het lage veenland van Zegveld fungeerde als inundatiegebied en daar was geen doorkomen aan voor de Franse troepen.  In het Rampjaar 1672 speelden zich langs de Meijekade diverse schermutselingen af tussen de Franse troepen en het Staatse leger.
  9. Op 27 december 1672 forceerden de Fransen een doorbraak vanuit de door hen veroverde vestingstad Woerden. Over het bevroren inundatiewater trok een leger van 8.000 man onder generaal Luxembourg in de richting van de Meijekade. Over weteringen moesten bruggen worden geslagen, zoals over de snelstromende Slimmen Wetering (slim = oud woord voor krom). Maar het vroor niet echt door en het ijs bleek onbetrouwbaar. Verscheidene soldaten zakten door het ijs en een twaalftal verdronk; sommigen konden nog bij hun haren uit het ijzige water worden getrokken. Toen Luxembourg eindelijk de Meijekade bereikte, werd hij onder vuur genomen door een uitlegger (boot), die bij de Kooi lag, terwijl gewapende boeren uit de omtrek wisten te voorkomen, dat de Franse voorhoede het platteland om Nieuwkoop ging plunderen. Op de plek waar Luxembourg onder vuur werd genomen ligt nu Buitenplaats De Blauwe Meije.
  10. Meije is een Nederlands lintdorp tussen Zwammerdam en Zegveld. Het heeft ongeveer 400 inwoners, verdeeld over drie gemeenten:  Bodegraven-Reeuwijk, Woerden en Nieuwkoop. En het is verdeeld over twee provincies, Zuid-Holland en Utrecht. Meije ligt aan het gelijknamige riviertje de Meije, een zijrivier van de Oude Rijn, en aan de Nieuwkoopse Plassen. Even verderop staat een opvallend hoge witte watertoren, die vanaf grote afstand herkenbaar is. In de volksmond staat deze bekend als Pietje Potlood.  Een centrale plaats in het dorp neemt eetcafé De Halve Maan in; daar hangt ook een informatiepaneel over de Oude Hollandse Waterlinie.
  11. Van de meeste versterkingen is niets meer terug te vinden, maar Schans Altelaat aan de Ziendeweg bij Zwammerdam is nog herkenbaar als een hooggelegen weiland met ronde vormen. Op kaarten is echter niets over deze schans te vinden. Wel is er een bron. Volgens het Archief van het gerecht van Aarlanderveen werd een stukje land in Aarlanderveen, genaamd de schans Altelaat in 1738 verkocht voor een  bedrag van 100 gulden. De schans lag op een strategische plek, in de binnenbocht van de Ziendervaart, waar deze in de Meije vloeit. Hoe dan ook, de naam Al te laat doet vermoeden dat de schans geen militaire rol van betekenis heeft gespeeld.
  12. Aanlegplaats Zwammerdam. Toen eind december 1672 de Waterlinie bevroor, trok het Franse leger via de Meije richting Zwammerdam. Zonder veel strijd sloegen de soldaten van het Staatse leger op de vlucht. Ze lieten hierbij hun gewonden achter in het dorp dat ze hadden moeten verdedigen. Vóór de dorpelingen dit door hadden, werd Zwammerdam vanaf de overkant van de Rijn beschoten. De Fransen haalden de brug neer en plunderden en verbrandden de huizen en de Nederlands Hervormde Kerk. Daarbij vielen ook enkele burgerslachtoffers. In de Wreedheid der Fransenbeschreef Romeyn de Hooghe hoe vrouwen aan hun haren werden opgehangen en met messen werden bewerkt. Vermoedelijk was dit oorlogspropaganda. Na 1672 werd het dorp weer snel opgebouwd, onder andere de Nederlands Hervormde kerk. Het verschil in steenformaat verraadt de overgang tussen de oude en nieuwe delen van de kerkmuren.
  13. Informatiepunt Kaasboerderij De Graaf. Tussen Zwammerdam en Nieuwerbrug bevond zich het uitgestrekte legerkamp van Prins Willem III. Soldaten waren ondergebracht in tenten, maar ook in de huizen en boerderijen van Bodegraven en Zwammerdam. Op  28 december 1672 bereikten de Fransen Zwammerdam, waarna ze langs de Rijndijken richting Woerden trokken. Het Staatse leger had deze terugtocht ernstig kunnen hinderen, maar gaf alle posities prijs zodat de Franse troepen vrij spel hadden. Bodegraven werd geplunderd en op diverse punten in brand gestoken. Daarbij werden ook wreedheden tegen de burgerbevolking begaan. In de Nederlands Hervormde kerk herinneren nog brandsporen aan deze episode.Meer informatie hierover in het informatiepunt Kaasboerderij de Graaf. Even verderop ligt de 17e-eeuwse Hofstede Paardenburgh.
  14. Om herhaling te voorkomen liet prins Willem III in 1673 het grote Fort Wierickerschans bouwen. Binnen zes maanden, in juli van dat jaar was het Groot fort aen den cleynen Wierick klaar. De wallen, de drie uitvalspoorten en de manschapsverblijven stammen nog uit dat jaar.  Toen het fort zijn strategische waarde verloor, omdat de waterlinie meer naar het oosten verschoof, werd in 1747 besloten om het als buskruitmagazijn te gaan gebruiken. Voor dit doel werd een groot Kruithuis gebouwd met dikke muren met steunberen. Fort Wierickerschans zou naderhand uitgroeien tot Landelijk Hoofddepot van ‘s Rijks Buskruit. Er zijn nu plannen voor een bezoekerscentrum over de Oude Hollandse Waterlinie.
  15. Tijdens het Rampjaar was ook Nieuwerbrug in staat van verdediging gebracht. De dijken langs de Rijn werden aan beide kanten verdedigd. Hier aan de Dubbele Wiericke liet kolonel Pain et Vin het Quartier aan de Nieuwerbrugge bouwen. Aan de overkant van de Rijn lag de kleine Molkerschans. In de richting Bodegraven lagen de schansen open. Om vanaf de wallen de omgeving goed te kunnen overzien, werden huizen in het dorp afgebrand. Hier begon het hoofdkwartier van Prins Willem III. Zijn troepen legerde hij achter de smalle Waterlinie vanaf de Enkele Wiericke. In december 1672 werden de schansen in Nieuwerbrug in de rug aangevallen door de Franse troepen, die vanaf Zwammerdam en Bodegraven richting Woerden trokken. Kolonel Pain et Vin wist dat hij van het leger was afgesneden en omdat de open achterkant van de schans slecht te verdedigen was besloot hij het fort te ontruimen. Hiervoor zou hij later de doodstraf krijgen.
  16. De Slag om Woerden. Al in juni 1672 werd Woerden door de Fransen bezet; Woerden bood een ideale positie om de verderop gelegen route naar Alphen aan den Rijn en Leiden te kunnen veroveren, maar de Rijndijken waren versterkt door diverse schansen. In de nacht van 12 oktober 1672 probeerde het Staatse leger Woerden te ontzetten in een gruwelijk gevecht bij De Kruipin. Dit was een strategisch gelegen punt bij de Oude Rijndijk aan de noordoostkant van Woerden. Er sneuvelden ruim 2.000 Fransen en 600 Hollanders waaronder de oom van Willem III: Frederik van Nassau-Zuylestein. Het lukte niet om Woerden te ontzetten, maar het was de eerste keer dat het Staatse leger zijn tanden liet zien! Midden 18e eeuw werden op deze plaats twee verdedigingsposten aangelegd die de beide Rijndijken moesten beschermen: Fort De Kruipin en Fort Oranje. Beide forten zijn nog in het landschap herkenbaar.

Waterlinieommetje Leerdam

Over Leerdam

Leerdam is een stad met een prettige mix van cultuur, natuur en historie. De historie is duidelijk waarneembaar door de vele historische bouwwerken zoals het Hofje van Aerden, de Grote Kerk en de stadsmuur en torens aan de Zuidwal. Op cultureel gebied staat Leerdam bekend als glasstad met het Glasmuseum en de Glasblazerij. Beide musea zijn zeker de moeite waard met hun gevarieerde aanbod aan glas en kristal. Qua natuur ligt Leerdam in een prachtige omgeving langs de Linge. Vanuit Leerdam zijn daardoor schitterende fiets- en wandeltochten te maken. Een tocht door het Lingegebied langs de vele historische boerderijen kan je niet missen!

Zuidwal met woningen

Van de middeleeuwse vestingwerken van Leerdam is niet zoveel bewaard gebleven, behalve de hoekige grondvorm van de stad en straatnamen als Westwal, Noordwal en Oostwal. De belangrijkste restanten vinden we aan de Zuidwal, waar de oude stadsmuren aan de rivier Linge grenzen. Van de muren die vroeger de stad omringden is slechts het gedeelte aan de zuidkant en een deel aan de westzijde bij Het Hofje bewaard gebleven. De rest is in de 19e eeuw gesloopt.

Op de plaats waar vroeger het kasteel van Leerdam stond werd in 1770-1772 het Hofje van Mevrouw Van Aerden gebouwd. Omdat het Hofje veel groter is dan het kasteel, werd zelfs een deel van de slotgracht gebruikt om het Hofje te kunnen bouwen.


Wandeling

De vele hoogtepunten in de binnenstad zijn goed te bezichtigen tijdens ons ‘ommetje’. Met een leuke route van 2,5 km wandel je langs alle bezienswaardigheden en historische plekken. Dankzij de korte afstand is het ommetje perfect voor gezinnen en beginnende wandelaars. Bent u uitgewandeld of gefietst? Dan kunt u terecht bij de gezellige cafés en restaurants in de historische binnenstad van Leerdam.

  1. Startpunt in het station van Leerdam. Het vroegere stationsgebouw, gebouwd in 1881-1883, werd in 1986 buiten gebruik gesteld en is tegenwoordig een restaurant. Pal ernaast verrees een nieuw, kleiner station, ontworpen door Cees Douma.
  2. Leerdam is de glasstad van het land. Op het Dokter Reilinghplein, nabij het voormalige stadskantoor, is een kunstwerk te zien waarvan de ornamenten onder andere monumenten en glasmeestertekens uitbeelden.
  3. De Lutherse kerk werd gebouwd in 1838. De Lutherse gemeente in de stad is een rechtstreeks gevolg van de glasindustrie: Boheemse glasblazers brachten in de 18e eeuw naast hun vakkennis ook hun geloof mee.
  4. Het Nationaal Glasmuseum aan de Lingedijk is gevestigd in het uit 1914 daterende woonhuis voor de directeur van de Glasfabriek Leerdam, P.M. Cochius, en in het ernaast gelegen huis van de financieel directeur van het bedrijf. Het museum heeft een grote collectie bijzonder glaswerk van de fabriek.
  5. In de Kerkstraat staan enkele belangrijke bouwwerken uit de 17e eeuw, zoals het Poorthuis en het Veerhuis. Het Poorthuis heeft aan de voorzijde een klokgevel. Tegen het Veerhuis stond oorspronkelijk de in 1863 gesloopte Veerpoort. Verder een Renaissance inrijpoort van een voornaam huis daterend uit de periode 1560-1575.
  6. Op nummer 67 het Hofje van Mevrouw Van Aerden, gebouwd in 1770-1772 op de plaats waar vroeger het kasteel van Leerdam stond. De grond werd geschonken door stadhouder Willem V. Maria van Aerden-Ponderus (1672-1764) liet een deel van haar aanzienlijke kapitaal na voor het stichten en onderhouden van een hofje voor alleenstaande vrouwen;  aan die bepaling van het testament is nooit getornd. De binnenvader en -moeder beheerden het Hofje en zagen toe op een correct gebruik. Zo wilde Mevrouw Van Aerden bijvoorbeeld niet, dat de dames mannelijk bezoek ontvingen! Het hofje is nog altijd in gebruik voor de doelgroep en behoort bij de belangrijkste historische bezienswaardigheid van de stad. Wel is inmiddels een trouw- en raadzaal voor de gemeente ingericht, terwijl de regentenkamer met haar zeldzame schilderijencollectie en de achtertuin voor het publiek toegankelijk zijn.
  7. Via de Huisgracht en de Hoogstraat naar de Zuidwal. Van de muren die vroeger de stad omringden zijn slechts het gedeelte aan de zuidkant en een deel aan de westzijde bij het Hofje bewaard gebleven. In 1738 zijn hier drie torenwoninkjes gebouwd, ook wel muizentorentjes genoemd.
  8. Een herbouwde houtloods is nu in gebruik bij de Glasblazerij Leerdam. In het pand worden demonstraties glasblazen gegeven.
  9. Via de Hoogstraat en de Markt terug naar de Kerkstraat, met de Grote Kerk.
  10. Museum Het Oude Raadhuis is een herenhuis, mogelijk daterend uit de 17e eeuw. Het was van 1832-1988 in gebruik als stadhuis.
  11. Aan de Noordwal 16 staat het voormalig ‘Slachthuis voor wrakvee,’ gebouwd rond 1935 naar ontwerp van architect Reijnders. Het sobere rijksmonument heeft bescheiden Art-decovormen.

Fietsroute Archeologie – Verborgen schatten

Praktische informatie 

  • De route heeft geen vast begin– en eindpunt.
  • Bezoekt u de regio per trein, dan kunt u een OVfiets huren. Vanwege het beschikbare aantal kunt u dit het beste doen in Gouda of Woerden. Fietsenwinkels langs de route bieden eveneens de mogelijkheid om een fiets of een e-bike te huren.
  • De meeste bevinden zich in de buitenlucht en hebben geen openingstijden. Molens, musea en ook Fort Wierickerschans zijn echter niet altijd te bezoeken. Controleer de openingstijden voordat u op reis gaat.

Streekproducten 
Langs de route vindt u op diverse plaatsen winkels en boerderijen waar u streekproducten kunt aanschaffen. Bij Kaasboerderij van Eijk aan de Vlist kunt u zelfs echte ‘Oude Hollandse Waterlinie’-kaas kopen!

Fietsroute  35/50/60 km

Fietst u liever zonder uw telefoon, dan kunt u  de PDF-versie hier downloaden.

Wilt u de fietsroute maken? Hier een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.
  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de fietsroute aflegt.
  1. Kleiwegpoort, bij deze noordelijke stadspoort ontving het stadsbestuur van Gouda in juni 1672 Willem III van Oranje. De vijf stadspoorten van Gouda zijn in de negentiende eeuw gesloopt. Bij archeologisch onderzoek zijn resten van de poorten, zoals muren, vloeren en aangrenzende stadsmuren, gevonden. Bij de Rotterdamse Poort aan de Veerstal zijn deze contouren zichtbaar gemaakt.
  2. Statensluis, deze grote sluis ten westen van Gouda werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog aangelegd om militaire transporten eenvoudiger te maken. In 1672 was het een cruciale inlaat voor het water dat het Rijnland onder water moest zetten. De huidige sluis werd in de achttiende eeuw gebouwd. De komende jaren wordt historisch en archeologisch onderzoek verricht naar de voormalige Statensluis.
  3. IJsseldijk, door de dijk tussen Haastrecht en Gouda af te graven moest het eenvoudig worden deze te doorbreken. De Krimpenerwaard kon dan snel onder water worden gezet. De Goudse beambten die moesten toezien op de werkzaamheden werden door boeren uit Stolwijk gegijzeld, en de Krimpenerwaard bleef droog.
  4. Een echte inundatie Waterberging Hooge Boezem bij Haastrecht staat regelmatig onder water. In 1672 was dat ook zo; het water dat uit de Lek in de Lopikerwaard stroomde beschermde de steden Gouda en Schoonhoven tegen een Franse aanval. De waterberging is tegenwoordig verdeeld in diverse zones, waar verschillende natuurtypen worden ontwikkeld.
  5. Hoenkoop, de Nederlandse soldaten bij Hekendorp werden geleid door de initiatiefrijke graaf van Horne. Hij zette met beschietingen en overvallen druk op de Fransen in Oudewater, waarbij ook in de buurt van Hoenkoop schermutselingen plaatsvonden. Zijn versterkingen waren tijdelijk en hebben weinig sporen nagelaten. Op de zuidelijker gelegen Koeneschans zijn bij archeologisch onderzoek wel resten van bakstenen bebouwing gevonden. Er stond daar een klein huis.
  6. Vesting aan de Hollandsche Ijssel. In de Middeleeuwen had Oudewater een stenen stadsmuur; resten hiervan zijn op verschillende plekken gevonden. De aarden vestingwallen van na 1672 en 1740 hebben minder sporen nagelaten, maar archeologisch onderzoek in de Sint Janstraat heeft de contouren van het bastion gedeeltelijk ontwaard.
  7. Goejanverwellesluis, water uit de Hollandsche IJssel werd gebruikt om het land tussen de Wierickes onder water te zetten. De polders ten noorden van de Oude Rijn werden eveneens vanuit Hekendorp en Gouda geïnundeerd. Om de sluis te beschermen werden diverse verdedigingswerken gebouwd. Lang na het Rampjaar werd hier, in 1787, prinses Wilhelmina van Pruisen ondergebracht door Patriotten die haar de toegang tot Holland hadden ontzegd.
  8. Was Driebruggen onderdeel van de Waterlinie? Dat is niet zeker! Archeologisch onderzoek is vaak gebaseerd op historisch onderzoek, bijvoorbeeld naar de locatie van verdwenen bebouwing. Soms levert dat niet genoeg informatie op. In 1674 gaf stadhouder Willem III opdracht om ‘de schans’ bij Driebruggen af te breken, maar verder is maar zeer weinig bekend over deze schans. Er is meer historische informatie nodig voordat archeologisch onderzoek zinvol is.
  9. Hof van Waarder De voormalige commanderij van de Johannieter Orde werd in 1672 verwoest door Franse militairen. Vanaf 1321 had de Orde hier ruim 200 hectare in beheer; de commandeur was vaak ook pastoor van Waarder. Boerderijen in de omgeving van het bezette Woerden hadden lange tijd te maken met Fransen die op zoek waren naar etenswaar, hout en ander materiaal. Op het terrein van het voormalige hof zijn in de loop der jaren diverse oude gebruiksvoorwerpen gevonden.
  10. Woerden was in 1672 een van de weinige Hollandse steden die in handen viel van de Fransen. Het belandde hierdoor aan de ‘verkeerde’ kant van de Oude Hollandse Waterlinie. In oktober 1672 deed Willem III een poging om Woerden te veroveren, maar deze aanval op de stad mislukte. De stad raakte hierbij zwaar beschadigd; om hulp te krijgen uit Utrecht hadden de Fransen een vuur aangestoken in de toren van de Petruskerk. Al snel stonden de toren, kerk en vele andere gebouwen in brand.Nieuwerbrug 1672 is een gratis app voor Android en iOS telefoons. Digitale reconstructies van de schansen, video’s over het Rampjaar en 360-graden beelden van de huidige en de zeventiende-eeuwse situatie brengen de Waterlinie bij Nieuwerbrug tot leven. De app beschikt ook over een VR-optie. Op de website hoofdkwartier1672.nl vindt u meer informatie.
  11. Fort Wierickerschans is een uitstekend bewaard voorbeeld van de zeventiende-eeuwse vestingbouw. Tijdens werkzaamheden aan het terrein worden af en toe oude voorwerpen gevonden. Het fort werd gebouwd na de Franse aanval over de bevroren Waterlinie in december 1672. Het fort moest herhaling voorkomen. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat hier een Romeinse grensweg lag. In de nabije Put van Broekhoven is zelfs een Romeinse helm gevonden. Romeinse limes en Hollandse Waterlinie liggen hier in elkaars verlengde.Fort Wierickerschans is het enige fort van de Oude Hollandse Waterlinie dat na 1815 niet is afgebroken of is opgenomen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het heeft hierdoor zijn originele vorm behouden. Het fort is vrij toegankelijk van maandag t/m vrijdag tussen 9.00 en 16.00. Zie fortwierickerschans.nl voor de meest recente informatie over het fort.
  12. Zwammerdam werd in december 1672 onder de voet gelopen door Franse soldaten. Na een moeizame tocht door het bevroren polderland reageerden de Fransen zich af op de bevolking. Aan de dorpskerk is te zien hoe groot de verwoesting was: de nieuwbouw heeft een andere kleur. Ten noorden van Zwammerdam bevinden zich de resten van een kleine schans met de weemoedige naam Altelaat (zie kaart). De Prinsendijk aan de Enkele Wiericke brak in januari 1673 door. De polders tussen de Waterlinie en de Gouwe hadden daardoor maandenlang te maken met wateroverlast. Een deel van dit gebied is door latere vervening veranderd in de Reeuwijkse Plassen.

Klik hier voor de vaarroute in PDF.

Twee Provinciën route Ameide- Jaarsveld

De Twee Provinciën route voert door een oer-Hollands landschap in de Lopikerwaard (provincie Utrecht) en de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (vroeger Zuid-Holland, sinds 2019 Utrecht).

Minder bekend is dat de Franse legers in het Rampjaar 1672 een spoor van verwoesting achterlieten aan beide rivieroevers.  Aan de Zouwedijk werd hard gevochten en Ameide werd in brand gestoken. Ook ten noorden van de Lek hielden de Fransen huis: zo werd het kasteel van Jaarsveld verwoest. Daaraan herinnert nog de ruïne van het kasteel, gelegen naast het nieuw opgebouwde Huis te Jaarsveld.

De Zouweboezem, een militair doelwit

De Zouweboezem is ontstaan in de 14e eeuw. Door inklinking en bodemdaling werd het toen noodzakelijk om molens te bouwen, teneinde het water uit de polders van de Vijfheerenlanden te weg te malen. Het overtollige water werd tijdelijk opgeslagen in de Zouweboezem, met dertien poldermolens; daarvan stonden er vijf buitendijks en acht binnendijks. Een molencomplex dat in die tijd vergelijkbaar was met het huidige Werelderfgoed Kinderdijk.

In 1672 kreeg de Zouweboezem een omgekeerde functie: hij werd gebruikt om de Vijfheerenlanden onder water te zetten. Daarvoor werden zelfs gaten in de dijken gestoken. De Zouweboezem vormde voor de Fransen dan ook een militair doelwit.

De Slag aan de Lekdijk bij Sluis, 1672

De enige manier voor de Fransen om met droge voeten Holland binnen te vallen was via de rivierdijken die boven het inundatiewater uitstaken. De Lekdijk vormde zo’n toegangsweg of acces. Ter verdediging werd door de Staatse troepen even voor Sluis een schans opgeworpen.

In november 1672 trokken zo’n 1.200 Franse soldaten de Lekdijk over richting Ameide en Schoonhoven. In de nacht van zondag 27 november – het was 4 uur en dus nog donker – overvielen de Fransen de post bij Sluis. De ruim 300 verdedigers raakten in paniek en zochten een goed heenkomen.

De Fransen trokken vervolgens op naar Ameide, dat  werd geplunderd en voor een deel afgebrand. De Franse militairen staken ook de vijf buitendijkse molens van Sluis in brand. Een molen brandde tot de grond toe af, de overige vier werden zwaar beschadigd en zeven jaar later geheel gesloopt.

De terugtocht verliep voor de Fransen minder voorspoedig. Twee uitleggers van het Staatse leger openden vanaf de Lek het vuur met hun geschut en bestookten de Fransen: niet met ijzeren kogels maar met schroot, waardoor nogal wat Franse soldaten sneuvelden…

Van een verdere aanval op Holland kon geen sprake meer zijn.

Kasteel Veldenstein in  Jaarsveld

Ook Jaarsveld speelde een rol in het Rampjaar. Eind 14e eeuw werd hier kasteel Veldenstein gebouwd. In de oorlogen, zoals die tussen de Hoekse en Kabeljauwse edellieden en die van de graven van Holland met de bisschop van Utrecht, werd het vaak belegerd en diverse keren verwoest, maar daarna weer herbouwd en soms verder uitgebreid.

In het Rampjaar 1672 werd het kasteel eerst alleen geplunderd, maar nog niet verwoest. Toen de Fransen enige tijd later hoorden dat het Staatse leger zijn intrek in het kasteel had genomen, kwamen ze terug, plunderden het opnieuw en staken het vervolgens in brand. Kasteel Veldenstein zou nooit meer herbouwd worden. De ruïne bleef nog vele jaren in stand en het restant van de grote toren deed nog lang dienst als gevangenis. Rond 1760 werd er een prachtig landhuis naast gebouwd: Huis te Jaarsveld.

Wandelroute, lengte: 4 km

Wandeling

1.Vertrekpunt is de ruïne van een oude boerderij aan de Lekdijk in Sluis. Vandaar heeft men een prachtig uitzicht op de Zouweboezem; de 14e-eeuwse uitwatering is overigens nauwelijks meer te herkennen.

  1. Voormalig Rijksstoomgemaal van Sluis (1892); het water werd onder de dijk uitgeslagen in de buitendijkse boezem. Naast het gemaal ligt de voormalige machinistenwoning.
  2. Het negentiende-eeuwse dijkbewakingshuis van het dijkcollege van de Vijfheerenlanden; aan de boezemzijde ligt een hoog opgemetselde rivierpeilschaal waarmee men de waterstand in de Lek kon monitoren.
  3. Op de driesprong van Sluis, Lekdijk en Zouwendijk is een picknickplek ingericht, met een Audionetic praatpaal; deze vertelt het verhaal van de Slag aan de Lekdijk in 1672.
  4. Van de voormalige schans aan de Lekdijk is niets meer terug te vinden. Deze bestond uit een trenchement of afsnijding dwars over de dijk versterkt met een dubbele rij palissaden en een borstwering van gevlochten wilgenhout.
  5. In Ameide herinneren nog enkele plekken aan het Rampjaar. Zo zijn de prachtige herenhuizen aan de Voorstraat allemaal gebouwd na de verwoesting in 1672. Het herenhuis aan de Voorstraat 2 bevat een ‘eerste steen’, in de gevel uit 1673 ingemetseld. Deze is afkomstig van een van de afgebroken molens uit de Zouweboezem.  De naam Fransestraat in Ameide herinnert nog aan het Rampjaar 1672. Kerk en stadhuis bleven gespaard, maar de rest van de stad brandde goeddeels af.
  6. Vanaf Ameide per Voetveer De Overkant naar Lopik. Het voetveer vaart alleen van april tot oktober. Meer inf.: http://www.voetveer-ameide-lopik.nl/pages/vaartijden.php

8.TOP Salmsteke: van hier kan men prachtige wandelingen maken door de Lopikerwaard. Via de uiterwaarden is het een korte wandeling naar Jaarsveld, een schilderachtig dorpje met 300 inwoners.

  1. De 14e-eeuwse laat-gotische zaalkerk in Jaarsveld. In het Rampjaar heeft de Lopikerwaard twee jaar onder water gestaan wat grote schade aan de kerk heeft toegebracht. Op 25 juni 1672 werd de kerk bovendien in de brand gestoken door de Fransen. Na de oorlog werd alle schade hersteld.
  2. Het Dijkhuis van het Hoogheemraadschap van de Lekdijk Benedendams en de IJsseldam dateert uit 1903 en is gebouwd in Hollandse Neo-Renaissancestijl. Het diende als vergaderlocatie van het bestuur en bij hoog water als commandopost .Voor het dijkhuis staat een hardstenen dijkpaal. Die markeerde het wachthuis nummer 4, waar het dijkleger zich verzamelde bij hoog water. In het peilschaalhuisje kon de waterstand worden afgelezen.
  3. Ruïne kasteel Veldenstein. Van het in 1672-1673 verwoeste kasteel zijn geen bovengrondse resten meer aanwezig, wel twee rechthoekige omgrachte eilanden waarop de voorburcht (noordelijke eiland) en de hoofdburcht (zuidelijke eiland) hebben gestaan. Deze kan men het beste bekijken vanaf de Lekdijk.
  4. Het huidige Huis te Jaarsveld staat op korte afstand van deze ruïnes. Met de bouw werd in 1760 begonnen en de opdrachtgever was niemand minder dan Cornelis de Witt, kleinzoon van de beroemde Raadpensionaris Johan de Witt. Vermeldenswaard zijn ook het koetshuis, het jagershuis met stal en de bakstenen boogbrug met ijzeren hek. Rond het hele terrein loopt een gracht met brede oprijlanen.

Waterlinieommetje Montfoort

Foto: onderwijsgek, Wikimedia.

Montfoort is als kleine vestingstad een bezoekje meer dan waard. In het historische centrum is een ruim aanbod aan monumentale gebouwen, zoals het Kasteel van Montfoort, het Oude Stadhuis, diverse kerken, oude panden en molens. Maak een ‘ommetje’ langs deze schitterende historische bouwwerken. Vanuit Montfoort zijn diverse wandel- en fietsroutes door het Groene Hart, langs vestingsteden van de Oude Hollandse Waterlinie of langs de Montfoortse Vaart te maken. Bent u uitgewandeld of- gefietst? Maak dan gebruik van het horeca-aanbod in Montfoort. Kom genieten!

Het kasteel van Montfoort

Strikt genomen is Montfoort geen vestingstad; wel een versterkte stad uit de Middeleeuwen. Van die Middeleeuwse verdedigingswerken resten alleen de IJsselpoort en een klein gedeelte van de stadsmuur langs de Provinciale weg en de Achterdijk.

De IJsselpoort en het Oude Stadhuis van Montfoort vormen samen een bijzondere combinatie. Een stadhuis naast een stadspoort aan de rand van de stad is nergens anders in Nederland te vinden!

Wanneer we de vroegere stadsmuur volgen zien we enkele waterpartijen die overgebleven zijn van de slotgracht van het verwoeste kasteel. En natuurlijk het vroegere poortgebouw waar het gemeentehuis in moderne stijl tegenaan is gebouwd. De vroegere slotgracht is in de jaren ’30 van de vorige eeuw gedempt voor de aanleg van de Provinciale weg en scheidt het kasteel van de bijbehorende landerijen, nu een stadspark. We zien daar een brokstuk van de kasteelmuur dat is blijven staan. In de zuidwestelijke hoek van de stad ligt nog een restant van de oude stadsmuur bij een bastion waarop korenmolen De Valk uit 1753 staat.

IZI TRAVEL

Wilt u de wandelroute maken via IZI-TRAVEL? Hier volgt een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.
  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de wandelroute aflegt.

KOMOOT

Wandeling

  1. De wandeling begint bij het Kasteel van Montfoort. Het grootste deel van het gebouw werd in november 1672 door Franse bezettingstroepen opgeblazen. Het poortgebouw en een achtkantige toren bleven staan. In 1990 werd op het binnenterrein een nieuw stadskantoor voor de gemeente Montfoort gebouwd.
  2. Rechts staat de hervormde kerk, gebouwd rond 1500 en oorspronkelijk gewijd aan Johannes de Evangelist. Daar tegenover, Hofstraat 3-5, staat de fraai gerestaureerde  Commanderije van de Ridders van Sint Jan, ook wel de Johannieter Orde geheten. Er zijn een kapel en een kloostergang bewaard gebleven. De orde ontstond in de 12e eeuw in Jeruzalem, tijdens de Kruistochten. De hospitaalridders verdeelden zich in de 16e eeuw in een R.K.-deel (de Maltezer order) en een protestants deel (de Johannieter Ridderorde). Deze commanderij is de jongste Johannieter vestiging in de Nederlanden. Ze werd gebouwd in 1544. De commandeurswoning is verloren gegaan en van de oorspronkelijk ‘hof’ is ook niet veel meer over.
  3. De IJsselpoort en het Oude Stadhuis (1375) vormen samen een bijzondere combinatie. Nergens anders in Nederland zijn een poort en een stadhuis pal naast elkaar gebouwd op  een strategische plek. De rivier was de belangrijkste verkeersader: de schepen konden aan de kade aanleggen om te laden en te lossen. Dat waren activiteiten die voor de stad belasting opbrachten; vanachter de ramen van het stadhuis konden die bezigheden gevolgd worden.
  4. Aan de overkant van de oude ophaalbrug over de Hollandsche IJssel ligt de sluis in de Montfoortse Vaart, aan de Doeldijk. Deze ligt aan de rand van de stad, waar vroeger de stadsmuur langs de IJssel lag.
  5. Terug over de IJsselbrug en voor de poort voert de route via Onder de Boompjes en de Waterpoort, met de IJssel steeds links, tot aan de Boslaan.  Hier rechts langs de grenzen van de oude stad door het groen van het Kleine Bospad tot de Heeswijkerpoort. Het is alleen maar een nostalgische naam. Van de poort valt niets meer te bekennen.
  6. Aan de overkant van de drukke Provincialeweg ligt de Rooms-katholieke  begraafplaats, in 1904 aangelegd op de vroegere omwalling.
  7. Direct na een bocht naar rechts begint, aan de overzijde van de Provincialeweg, een voetpad langs sportvelden en door een park. Het water rechts is een restant van de slotgracht van het verwoeste kasteel.
  8. In de zuidwestelijke hoek van de stad is een stuk van de oude stadsmuur bewaard bij een bastion waarop korenmolen De Valk uit 1753 staat. Bij een restauratie in 1986 werden fundamenten van een 15e-eeuwse standerdmolen gevonden.
  9. In de richting van de IJssel aan de Julianalaan ligt op de vroegere omwalling de Algemene Begraafplaats uit 1829 met een baarhuisje uit 1910.

Kijk voor meer info op:
www.inmontfoort.nl

De Prins Willem III vaarroute

In de verdediging van de Oude Hollandse Waterlinie nam Woerden een centrale plaats in, onder meer door zijn strategische ligging aan de Oude Rijn. In Woerden zetelde het Groot Waterschap van Woerden. Prins Willem III verordonneerde hier de inundatie van de omliggende polders en voer met een boot van het waterschap langs zijn troepen die waren gelegerd langs de oevers van de Rijn. De forten in Nieuwerbrug, Bodegraven en Zwammerdam en Alphen aan den Rijn moesten de weg naar Leiden en de rest van Holland afsluiten. Helaas werd Woerden al snel door de Fransen bezet, maar enkele keren probeerde Prins Willem III de stad te ontzetten. In de nacht van 12 oktober 1672 leidde dit tot een gruwelijk gevecht bij De Kruipin. Dit was een strategisch gelegen punt bij de Oude Rijndijk aan de noordoostkant van Woerden. Er sneuvelden ruim 2.000 Fransen en 600 Hollanders waaronder de oom van Willem III: Frederik van NassauZuylestein. Het lukte niet om Woerden te ontzetten. Woerden bleef een Franse uitvalsbasis en in december zou de Franse generaal Luxembourg vanuit Woerden een nieuwe poging doen om Holland binnen te vallen over een bevroren Waterlinie.

 

Vaarroute, 59 km

De audiovaartroute is via Izi.Travel online en offline te raadplegen. Wandelt u liever zonder uw telefoon, dan kunt u  de PDF-versie hier downloaden.

Wilt u de vaarroute maken? Hier een korte uitleg hoe u de digitale routebeschrijving te zien krijgt:

  • Klik met uw muis op deze downloadlink.
    Ook op de telefoon is het mogelijk om de website te openen. Druk daarvoor ook op de downloadlink.
  • Als u de QR-code wilt gebruiken, kunt u deze met de telefooncamera scannen. Open de camera app en houdt de QR-code goed in beeld. Na een paar seconden ziet u, als het goed is, de website in beeld komen. Druk op de link, nu ziet u de route voor u.
  • U kunt op de bezienswaardigheden drukken voor de audiofragmenten. Deze krijgt u ook automatisch te horen als u de vaarroute aflegt.
  1. De Scheepsjongens van Woerden verhuren sloepen in allerlei maten voor vaartochten door het Groene Hart en de Oude Hollandse Waterlinie. Een ideaal startpunt voor alle vaartochten. De Scheepsjongens zijn gevestigd aan de Singel in Woerden (www.descheepsjongens.nl ).
  2. Woerden nam een centrale plek in de Waterlinie in, door zijn ligging aan de Oude Rijn en als schakel tussen de noordelijke en zuidelijke inundatiekommen. In Woerden was ook het Grootwaterschap Woerden gevestigd. In juni 1672 werd de stad door de Fransen ingenomen. Na het Rampjaar 1672 werd Woerden versterkt. Om de oude stadswal werd in de 18e eeuw een tweede modernere vestingwal aangelegd: het retranchement, een extra wal voor de verdediging van de stad. Ten noordoosten van Woerden werden twee verdedigingsposten ingericht: Fort De Kruipin en Fort Oranje. De 18e -eeuwse buitengracht is nog intact en twee bastions zijn nog aanwezig. De vorm van de verdedigingsgracht is recent geaccentueerd en verfraaid door het Singelplan, een ambitieus project voor verfraaiing van de buitenste verdedigingsgracht. Aan de Waterlinie herinneren nog Bastion het Holle Bolwerck aan de Hoge Wal, het Exercitieveld, het Defensie-eiland (een voormalig Ravelijn) en 18e -eeuwse gebouwen als het Arsenaal en de Kazerne.
  3. Hoewel er in 1270 pas voor het eerst een vermelding is van een versterkt Huis te Linschoten, was dit er waarschijnlijk ook al in 1172. Het huidige Huis te Linschoten is in de periode 1638 – 1647 gebouwd door Johan Strick en heeft een bijna vierkant oppervlak van 18 x 20 meter. Het Huis te Linschoten kwam het Rampjaar ongeschonden door en is in de loop der eeuwen meermaals verbouwd en gerestaureerd. Het is in bezit geweest van meerdere families.
  4. Het dorp Linschoten Linschoten wordt voor het eerst genoemd in 1172 als Lindescote, een samenvoegsel van Linde (de naam van een riviertje) en scote (een stuk land dat uitkomt boven het laagland). Een deel van Linschoten is een beschermd dorpsgezicht. Verder zijn er in het dorp tientallen rijksmonumenten. Je vindt er naast het Huis te Linschoten onder meer de slangenmuur, een boswachters- en tolgaarderswoning en niet te vergeten de kerk met de scheve kerktoren (‘Pisa in het klein’).
  5. Verborgen in het landschap bij Linschoten ligt de 18e eeuwse Linie van Linschoten. Dit verdedigingswerk is een onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie. De weilanden lagen hier op een hoger niveau dan bij Woerden en daarom kon het land lastig onder water worden gezet (geïnundeerd). Hierdoor ontstond een zwakke schakel in de verdedigingslinie. Om de vestingstad Woerden te beschermen moest de Linie van Linschoten worden aangelegd. Deze linie was meer dan een kilometer lang en had wallen van vier meter hoog, omringd door grachten. Vanaf de 19e eeuw werden de wallen afgegraven en de grachten gedempt. Het verdedigingswerk is nu nog slechts herkenbaar aan de bomen die groeien op de plek van de vroegere grachten.
  6. Montfoort is strategisch gelegen aan de Hollandsche IJssel, in het grensgebied van Holland en Utrecht. Het kasteel – uit de 12e eeuw – moest het Utrechtse Sticht beschermen tegen de aanvallen van de Hollandse graven. Hoewel het stadje wel ommuurd was, zou het geen deel uitmaken van de Oude Hollandse Waterlinie. Wel speelde Montfoort een rol in het Rampjaar 1672. Bij de aanval op de Republiek werd Montfoort door de Franse troepen bezet. Daarbij werd het kasteel opgeblazen. Alleen het oude poortgebouw en een achtkantige toren bleven gespaard.
  7. De jachthaven Marnemoende ligt ongeveer 7 kilometer varen vanaf Montfoort. Naast een restaurant heeft de jachthaven ook overnachtingsmogelijkheden in de Trek-In of op een Kampeervlot. Maar ook met een tent, camper of boot is het prettig overnachten.
  8. Vanuit Montfoort zijn diverse wandel- en fietsroutes te maken door het Groene Hart, langs vestingsteden van de Oude Hollandse Waterlinie of langs de Montfoortse Vaart. Als kleine vestingstad is het een bezoek meer dan waard. In het historische centrum staan veel monumentale gebouwen, zoals het Kasteel van Montfoort, het Oude Stadhuis, de Commanderij, Molen de Valk en diverse kerken. Maak een ‘ommetje’ langs deze schitterende historische bouwwerken.
  9. In de 18e eeuw werd de Oude Hollandsche Waterlinie steeds meer naar het oosten verplaatst. Zo werd in 1796 de Linie van de Pleyt aangelegd tussen Oudewater en Montfoort. De weilanden lagen hier, net als bij de Linie van Linschoten, wat hoger dan bij Woerden, waardoor het land lastig onder water kon worden gezet. Hierdoor ontstond een zwakke plek in de verdediging. De schans was nodig om deze zwakke plek aan beide kanten van de IJssel te kunnen verdedigen. Aan deze linie herinneren nog enkele schansresten aan de Waardsedijk in Snelrewaard, boerderij De Schans en restaurant De Schans aan de Provinciale Weg in Willeskop.
  10. Oudewater is niet alleen het oudste stadje van het Groene Hart, het is een sfeervolle en monumentale stad met talloze bezienswaardigheden zoals musea, drie kerken en het stadhuis met ooievaarsnest. De binnenstad kenmerkt zich door zijn vele prachtige panden met historische gevels uit de Gouden Eeuw. In de musea de Heksenwaag en Touwmuseum de Baanschuur wordt de historie van Oudewater verteld, die teruggaat tot diep in de Middeleeuwen! Ook Oudewater werd na het Rampjaar versterkt en uitgebouwd als vestingstad van de Oude Hollandse Waterlinie. In de stadsplattegrond zijn die vestingwerken soms nog terug te vinden.
  11. Het best bewaard is de Grote Gracht aan de oostkant van Oudewater. De Nieuwe Singel begrenst de oostelijke buitengracht. Aan de stadszijde loopt de Lange Burchwal: eens een Middeleeuwse stadsommuring. Aan de overkant van de IJssel ging de omwalling verder als Westerwal. Dit 17e – eeuwse halfbastion werd volledig omgeven door het water van de stadsgracht en de Hollandsche IJssel. Aan de noordkant verrees later de scheepswerf De Hollandsche IJssel. Net zoals in andere vestingsteden werden voormalige stadswallen gebruikt voor industriële doeleinden, stadsparken en begraafplaatsen. Oudewater is de enige vestingstad waar nog een goed functionerend fabriekscomplex op de oude wallen staat.
  12. Een strategisch object binnen de vesting vormde de Linschotersluis, met de naast gelegen Heulbrug uit 1767. In 1367 werd de Linschotersluis aangelegd binnen de stad. De brug en de sluis zijn later vele malen herbouwd. De bijbehorende sluiswachterswoning bevindt zich op Vinkenbuurt 1. De Heulbrug uit 1767 maakte deel uit van de omwalling die de Lange Burchwal met de Biezenwal verbond. Aan het eind van de Lange Burchwal stond de Linschoterpoort, vlak naast de Heulbrug. Een afbeelding hiervan is te zien op het bord op het terras naast de brug.
  13. In het Rampjaar speelden de Goejanverwellesluis en de Enkele Wierickesluis aan de Hollandsche IJssel een belangrijke rol. Deze vormden samen met de sluis bij Nieuwerbrug aan de Oude Rijn, de inlaat tot de polder Langeweide, het smalste stuk van de Waterlinie. Op 17 juni 1672 stroomde de polder vol en dat was net op tijd want de Franse troepen stonden al voor de inderhaast geïnundeerde Waterlinie en hadden zelfs Oudewater veroverd. In allerijl besloot de commandant van Goejanverwelle, de graaf van Hoorne, schansen en fortificaties op te werpen ter verdediging van de sluizen. Voorlopig was de waterlinie gered! Na het Rampjaar werden de schansen weer opgeruimd, maar eind 18e eeuw kwamen ze weer terug. Het bleef een belangrijk verdedigingswerk op de route naar Gouda, en daarom werd het ook bemand door een Gouds garnizoen. Aan beide zijden van de IJssel zijn nog resten van de Goejanverwelleschans in het landschap te zien. En de Goejanverwellesluis kreeg nationale bekendheid toen de Patriotten hier in 1787 prinses Wilhelmina van Pruisen een nachtje gevangen zetten in de zogenaamde Prinsessenboerderij.
  14. Sint-Gabriël is een klooster met bijbehorende kerk van de paters Passionisten in de plaats Haastrecht, gemeente Krimpenerwaard. Het klooster en de kapel zijn gebouwd in de jaren 1921 en 1922. Het klooster werd gewijd aan Gabriele dell’ Adolorata (Gabriël van de Moeder van Smarten), die in 1920 heilig was verklaard. Het klooster diende tot voor kort voor de opleiding van missionarissen. Nu behoort het klooster tot de congregatie van de Passionisten en dient sinds 1967 als bestuurlijk centrum van de congregatie. Achter het klooster aan de oever van de Hollandse IJssel bevindt zich een begraafplaats voor de paters en broeders. Een ijzeren hek geeft toegang tot de begraafplaats. De bijbehorende Sint-Gabriëlkerk is ontworpen door de architect Joseph Franssen en werd gebouwd in 1928.
  15. In Haastrecht kan men terecht voor 1.000 jaar watergeschiedenis. Al rond 1155 was dit gebied bedijkt. De Vlist diende als bergboezem die bij laag water weer geloosd werd op de Hollandsche IJssel. In 1486 werd de eerste molen gebouwd, later volgden de andere zes. Tot 1913-1914 werd de polder door windbemaling bemalen met zes wipmolens en één stenen molen. Deze stenen molen, de 6e molen, is in 2010 gerestaureerd en zorgt ervoor dat nog regelmatig de Hooge Boezem onder water gezet kan worden. Eind 19e eeuw werd de functie van de molens overgenomen door stoombemaling. Het gemaal de Hooge Boezem stamt uit 1872 en doet sinds 1995 dienst als Poldermuseum. Het museum vertelt over het gemaal zelf, maar ook over het ontstaan van polders, molens en stoomgemalen. Langs de Vlist zijn twee sloepensteigers aangelegd voor niet motorgedreven sloepen: één bij de Zesde Molen en één bij de Koeneschans.
  16. Even ten westen van de latere Mallegatsluis werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog de Statensluis aangelegd om transporten gemakkelijker te maken. In het Rampjaar 1672 werd het een cruciale inlaat voor het water dat het Rijnland moet inunderen. Prins Willem III moest hemel en aarde bewegen om deze inundatie tot stand te brengen. De huidige Mallegatsluis werd in de 18e eeuw gebouwd. Deze sluis vormt de entree voor een rondvaart door Gouda.
  17. De Enkele Wiericke is een bijna acht kilometer lang kanaal gegraven in 1364 om het overtollig water van de Oude Rijn te kunnen lozen op de Hollandse IJssel. De Enkele Wiericke loopt van het klooster Sint-Gabriël in Haastrecht tot Fort Wierickerschans. Parallel aan de Enkele Wiericke loopt de Dubbele Wiericke. Beide kanalen begrenzen de polder Lange Weide en samen maken ze deel uit van de oude Hollandse Waterlinie. In 1672 liet Prins Willem III langs de westoever van de Enkele Wiericke de Prinsendijk opwerpen om het inundatiewater uit de bovenloop van de rivieren te keren. Hier is de Hollandse Waterlinie het smalst, zo’n 1500 meter. Op de Prinsendijk staan nog een aantal historische hardstenen kilometerpaaltjes. Ze zijn in slechte staat. Halverwege de Prinsendijk staat de Oukoopse Molen, een wipwatermolen die waarschijnlijk dateert uit het eind van de 17e eeuw.
  18.  Op deze bekende schoolplaat geeft Prins Willem III aanwijzingen voor de bouw van een fort aan het water Om herhaling te voorkomen liet prins Willem III in 1673 het grote Fort Wierickerschans bouwen. Binnen zes maanden, in juli van dat jaar was het Groot fort aen den cleynen Wierick klaar. De wallen, de drie uitvalspoorten en de manschapsverblijven stammen nog uit dat jaar. Toen het fort zijn strategische waarde verloor omdat de waterlinie meer naar het oosten verschoof, werd in 1747 besloten om het als buskruitmagazijn te gaan gebruiken. Voor dit doel werd een groot Kruithuis gebouwd met dikke muren met steunberen. Fort Wierickerschans zou naderhand uitgroeien tot Landelijk Hoofddepot van ‘s Rijks Buskruit. Er zijn plannen voor een bezoekerscentrum over de Oude Hollandse Waterlinie.
  19. Een van de commandoschepen van Prins Willem III op de Oude Rijn Tijdens het Rampjaar was ook Nieuwerbrug in staat van verdediging gebracht. De dijken langs de Rijn werden aan beide kanten verdedigd. Hier aan de Dubbele Wiericke liet kolonel Pain et Vin het Quartier aan de Nieuwerbrugge bouwen. Aan de overkant van de Rijn lag de kleine Molkerschans. In de richting Bodegraven lagen de schansen open. Om vanaf de wallen de omgeving goed te kunnen overzien, werden huizen in het dorp afgebrand. Hier begon het hoofdkwartier van Prins Willem III. Zijn troepen legerde hij achter de smalle Waterlinie, vanaf de Enkele Wiericke. In december 1672 werden de schansen in Nieuwerbrug in de rug aangevallen door de Franse troepen, die vanaf Zwammerdam en Bodegraven richting Woerden trokken. Kolonel Pain et Vin wist dat hij van het leger was afgesneden en omdat de open achterkant van de schans slecht te verdedigen was besloot hij het fort te ontruimen. Hiervoor zou hij later de doodstraf krijgen.   * Meer over Nieuwerbrug in de app ‘Nieuwerbrug 1672’, te downloaden via Google Play of de App Store. 20.
  20. De aanlegsteiger in Woerden bevindt zich in de Singel en naast het landgoed Bredius. Het landgoed ontstond bij de bouw van Hofstede Batestein en Villa Rijnoord, midden 19e eeuw. De hofstede werd bewoond door de boer die verantwoordelijk was voor de dagelijkse bedrijfsvoering op het landgoed. De schuur diende als wagenschuur en als zomerhuis. In de zomermaanden betrok de familie Bredius de hofstede en dan moest de boer tijdelijk verhuizen van de hofstede naar het zomerhuis in de schuur. Het landgoed is nu in beheer bij de Stichting Landgoed Bredius.

Klik  hier voor de vaarroute in PDF.

Waterlinieommetje Gorinchem

Gorinchem, hoeksteen van twee linies

Gorinchem is een aantrekkelijke stad met een bijzondere geschiedenis. De stad was een hoeksteen van de Oude Hollandse Waterlinie en een belangrijke stad bij de verdediging van Holland. Dit is in de hele stad nog steeds zichtbaar.

De hoofdvestingwal van Gorinchem, met elf bastions, een klein tolbastion, vier stadspoorten, een verdedigingsgracht met een ravelijn en twee stenen beren was al aangelegd vóór de tijd van de Oude Hollandse Waterlinie. Maar in de hectische beginfase van de linie moest Gorinchem in allerijl in staat van verdediging worden gebracht. Vooral aan de oostkant werden toen, en ook later, nieuwe vestingwerken aangelegd. Die bestaan grotendeels nog. Van de vier stadspoorten is alleen de monumentale Dalempoort nog bewaard gebleven.

In de 19e eeuw werd Gorinchem opgenomen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Zo werd eind 19e eeuw een bomvrije caponnière in de vestingwal aangelegd. Het is een gedekte doorgang naar de schutsluizen van het Merwedekanaal, waarvoor een bastion aan de westzijde afgegraven werd.

De wandeling over de wallen – vooral bij de Waterpoort – biedt een mooi uitzicht op de Merwede en de aanlegsteigers voor de veren. We passeren o.m. het Tolhuis, de 18e-eeuwse molen Nooit Volmaakt en een beer met twee monniken en de molen De Hoop uit 1763. Ooit stonden op de wallen van Gorinchem wel zeventien molens!


Wandeling

Naast deze interessante geschiedenis, maakt de schitterende ligging aan de Merwede en de Linge een bezoek aan Gorinchem zeker de moeite waard. Vanuit Gorinchem zijn vele fiets- en wandeltochten langs de rivieren en vestingwerken te maken. Met ons ‘ommetje’ bekijk je de mooie historische binnenstad met haar verdedigingswerken. Bent u uitgefietst of- gewandeld? Dan kunt u in de stad terecht voor het grote aanbod aan winkels, cultuur en horecagelegenheden. In Gorinchem is van alles te doen!

  1. Beginpunt is het station Gorinchem, een ontwerp van Cees Douma uit 1971, dat een majestueus eerder stationsgebouw uit 1883 verving. Steek de Stationsweg over en via de Lange Brug (over het Kanaal van Steenenhoek) en de Korte Brug (over het Merwedekanaal) richting de vesting. Hier stond de Kanselpoort, rond 1600 gebouwd, maar in 1818 gesloopt. Rechtsaf de stadswal op.
  2. De caponniere (bomvrije geschutplaats) dateert uit 1893 en is een van de laatste verdedigingselementen die aan de wallen werd toegevoegd.
  3. De stadswallen van Gorinchem dateren uit het begin van de 17e eeuw en zijn ontworpen door vestingbouwkundige Adriaan Anthoniszoon, fortificatiemeester van Holland. In de wallen werden elf bastions en vier poorten opgenomen.
  4. Deze stenen beer verbond de stad met de Oude Wolpherensedijk.
  5. Het Tolbastion met daarop het Tolhuis is een karakteristiek bouwwerk aan het water (Buiten de Waterpoort). Vanaf 1869 werd het een Artilleriekazerne; tegenwoordig is het eigendom van het Waterschap Rivierenland. De iets verderop gelegen Waterpoort is in 1893 afgebroken, zodat nu slechts een coupure (open doorgang) resteert. Een deel van de poort is opgenomen in het ‘Fragmentengebouw’ in de tuin van het Amsterdamse Rijksmuseum.
  6. Bij de Schuttersgracht linksaf. Hier ligt de Middeleeuwse stadsgrens en het water is een restant van de toenmalige stadsgracht.
  7. Via de Hoge Torenstraat, het Zusterhuis en de Groenmarkt naar de Grote Markt. Onderweg passeert de route de Grote Kerk en de toren van rond 1450. De Grote Markt is sinds de Middeleeuwen het hart van Gorinchem. Het Neoclassicistische vroegere stadhuis (1860-1899) herbergt tegenwoordig het Gorcums Museum. Daartegenover ligt de Hoofdwacht uit 1792. Aan het eind van de Servetsteeg aan de (gedempte) Schuttersgracht ligt het vroegere Arsenaal dat verbouwd is tot woningencomplex.
  8. De Molenstraat werd in de 15e eeuw aangelegd en  is een van de oudste straten van de stad, met talrijke monumenten. De Doelen (Molenstraat 30-32) vormden het hoofdkwartier van de schutters sinds 1589. Het gebouw werd in het laatste kwart van de 17e eeuw ingrijpend verbouwd.
  9. De Lingesluis ligt tussen de Merwede en de Lingehaven van de stad en werd in 1988 geopend. Op deze plek lag daarvoor de Kleine Merwedesluis. Toen die vervallen was, was sprake van sluiting en demping van de haven, maar uiteindelijk bleef deze behouden voor de recreatievaart. Verder dateert de Korenbrugsluis met schotbalkkering uit de tijd van de Oude Hollandse Waterlinie
  10. De Dalempoort is de enige nog resterende stadspoort. De poort werd gebouwd in 1597 met een wachthuis en een klokkentoren. In 1770 werd het gebouw vergroot.
  11. De walkorenmolen De Hoop dateert uit 1764. Op het bastion aan de andere kant zijn enkele kanonnen geplaatst.
  12. In de stadsgracht liggen twee ravelijnen. Ze liggen er nog grotendeels bij als eilandjes, maar worden gedeeltelijk gebruikt als volkstuinen.
  13. In het begin van de 18e eeuw werd ten oosten van de oostelijke stadsgracht nog een extra verdedigingswal aangelegd, een zogenaamde enveloppe.
  14. Korenmolen Nooit Volmaakt dateert uit 1718. In 1764 werd de molen met vier meter verhoogd. De meest recente restauratie werd in 2017 voltooid en sindsdien draait en maalt de Nooit Volmaakt weer met een vrijwillige molenaar.
  15. Vanaf de punt van het bastion is de noordelijke beer te zien. Duidelijk zichtbaar is het verschil in waterhoogte tussen de ene en de andere kant. Hierna teruglopen naar de wal en het pad volgen richting de Korte Brug, vanwaar de Stationsweg bereikt wordt.

Oude Hollandse Waterlinie in Sloep!

De redactie van het tijdschrift Sloep!, een toonaangevend watersportmagazine, is gek op varen langs de Oude Hollandse Waterlinie. Aan de vestingsteden en het bijzondere verhaal van ons erfgoed besteden ze in het super dikke zomertijdschrift dan ook graag en uitgebreid aandacht in een 4 pagina’s tellend artikel. 

In de laatste editie Sloep! 16 kun je uitgebreid lezen over de geschiedenis en er is een mooie kaart van de Oude Hollandse Waterlinie geplaatst. Verder benadrukken ze de vele plekken waar nog historische elementen zichtbaar zijn langs de Oude Hollandse Waterlinie.  “Stuk voor stuk zijn de vestingsteden goed herkenbaar in het landschap en geven ze niet alleen een beeld van deze oudste waterlinie, maar ook van het rijke culturele leven uit de Gouden Eeuw.” Aldus redacteur Leo van der Kolk.

Benieuwd naar het magazine of abonnee worden? Via deze link kom je op de website van de uitgever.

Stripvlogger vlogt over Het Waterwapen

De Stripvlogger (Marcel) heeft een hele leuke vlog gemaakt over ons historische stripboek Het Waterwapen. Wat een fijne aandacht voor dit jubileumboek! Lees meer en bekijk de vlog.

Op zijn website schrijft de vlogger ter inleiding: “Nederland heeft een lange geschiedenis met water. We hebben er lang tegen gevochten en geprobeerd het te bedwingen. Dit heeft geleid tot bijvoorbeeld de Deltawerken. Maar nog veel meer zaken. Nederland staat bekend als een land wat verstand heeft van waterwerken.

Buiten het vechten tegen water, is er ook een tijd geweest dat water als wapen is gebruikt. Maar dan als verdedigingswapen. Dat begon zo’n 350 jaar geleden, in 1672. Nederland was nog aan het bijkomen van de 80 jarige oorlog, tegen Spanje, toen de volgende vijand zich aankondigde: Frankrijk.”

In de vlog is hij bijzonder enthousiast over het stripboek Het Waterwapen van de Oude Hollandse Waterlinie, dat gemaakt is ter ere van het 350 jarig bestaan in 2022. Het is geschreven door Ad Maas en getekend door Fred de Heij.

Bekijk de vlog hier

Wil je zelf het stripboek bestellen? Dat kan via onze website: stripboek bestellen

Gorinchem mooiste vestingstad

Gorinchem is door de ANWB uitgeroepen tot de mooiste vestingstad van Nederland. Deze vestingstad is dan ook een van de pareltjes van de Oude Hollandse Waterlinie. Wij feliciteren de gemeente Gorinchem van harte met deze fantastische erkenning!

“Gorinchem is beeldschoon gelegen op de plek waar de Linge uitmondt in de Merwede. Schitterend bewaard gebleven zijn de wallen: een groen lint om de stad met knoeperds van kastanjes en platanen om onder te flaneren én met zicht op de ommelanden, de rivier en de vele verdedigingswerken. Die combinatie van zicht op de rivier, ring van groen en levendige binnenstad maakt Gorinchem tot een smakelijke bonbon.”, aldus de jury.

Wil je Gorinchem ontdekken? Ga naar de website mooigorinchem.nl of wandel binnenkort eens het Waterlinieommetje Gorinchem van de Oude Hollandse Waterlinie.

Virtual Reality tour Koeneschans

De Koeneschans, een bescheiden schiereilandje in de Vlist, maakte deel uit van de haastig aangelegde verdedigingslinie om de machtige provincie Holland te beschermen tegen de binnenvallende Franse troepen.

Terug naar 1672
Het is niet precies bekend hoe de Koeneschans er uitzag in het Rampjaar 1672, maar met de virtual reality-kijker kan iedereen met een mobiele telefoon een impressie krijgen van deze militaire wachtpost. Deze werd ingericht om een mogelijke aanval van het binnenvallende Franse leger met kanonnenvuur te beantwoorden. VR-ontwerper Jurjan Rietveld voegde de getekende illustraties van Josefien Versteeg (beiden afkomstig uit de regio) digitaal samen met (drone)foto’s van nu, waardoor het landschap van heden en verleden in 360˚ zichtbaar is.

Foto: Floris Scheplitz

Een kijkje nemen op de Koeneschans? Of meer informatie? Lees hier verder 

Volg ons op sociale media

Contact

Oude Hollandse Waterlinie

De spannendste waterlinie van Nederland was ooit de meest succesvolle linie van Nederland. Nu vormt de Oude Hollandse Waterlinie een prachtig en uniek cultureel watererfgoed met vestingsteden, molens en gemalen, bruggen, sluizen en waterkeringen. De moeite waard om te bezoeken, beleven en beheren.


© 2022 Stichting Oude Hollandse Waterlinie. Alle rechten voorbehouden. | Contact